Grafiek van de dag 1: verandering in overheidstekorten, 2007 – 2009
Welkom bij een nieuwe rubriek: de grafiek van de dag. Ik weet niet of ik het ga volhouden, maar:
– omdat, naar mijn mening, Eurostat toch veel laat liggen waar het de presentatie van nieuwe gegevens betreft
– omdat in de krantenberichten over nieuwe Eurostatcijfers veel te weinig aandacht wordt gegeven aan EU-brede ontwikkelingen
– omdat er op het web veel boeiende grafieken te vinden zijn
– en vooral omdat economen, die momenteel een belangrijke taak hebben, niet voorbereid lijken te zijn op het vergaren van informatie om die taak naar behoren in te vullen en er veel slechte besluiten worden genomen op basis van empirisch onjuiste informatie
ben ik van plan de komende maanden vijf keer per week een nieuwe grafiek met informatie over, vooral, de EU op dit blog te zetten, zonder daar al te veel commentaar bij te geven. Het zal niet allemaal eigen werk zijn. Een deel zal niet direct over de EU gaan maar over andere zaken die mij boeien en dwars zitten, zoals de Nederlandse huizenmarkt of de economische geschiedenis. Maar hopelijk zal het al met al een bescheiden bijdrage zijn aan de groei en ontwikkeling van een meer Europese en minder neo-liberale blik op de Euro en de Europese Unie.
Een voorbeeld van de beperkte informatie bij economen – en daarmee van de noodzaak van dit soort werk – wordt overigens aangegeven in een blog van vandaag van Paul Krugman, die het noodzakelijk achtte om naar aanleiding van, nota bene, een IMF seminar, waar je toch mensen verwacht met kennis van zaken, de opbouw van buitenlandse schulden in IJsland te vergelijken met die in andere perifere Europese landen… met als uitkomst dat een snelle groei van de buitenlandse schuld in de periode na 2000 kenmerkend was voor alle perifere landen, ongeacht muntsoort en economische politiek… Kennelijk was het noodzakelijk om de aanwezige specialisten op deze tegenwoordig toch eenvoudig toegankelijke informatie te wijzen. En het zeker niet de eerste keer dat een dergelijk apert gebrek aan basiskennis een rol speelt in de discussie – te denken valt ook aan de voortdurende misinformatie over de aanzienlijke overschotten van de Spaanse begroting in de jaren voorafgaande aan 2008. Of de huidige misvatting dat de Ierse exporten snel toenemen…
Vandaag: de verandering in de overheidstekorten. Na de crisis van 2008 liepen de overheidstekorten snel op. Welke landen kenden de snelste toenamen van deze tekorten? Is daar een patroon in te ontdekken? Zijn er ook verrassende uitzonderingen op een eventueel patroon? Kloppen de ideeen die in het algemeen de ronde doen wel? Dat zijn het soort vragen die je met deze gegevens beantwoorden kunt. De tekorten zijn gemeten als percentage van het BBP, gebaseerd op de Eurostat-gegevens.
Opmerkingen:
* De geringe toename in Italie is verrassend.
* Het grote verschil tussen IJsland, Ierland en Spanje aan de ene kant en de rest aan de andere kant is verrassend, waarbij het natuurlijk deze drie landen bij uitstek werden gekenmerkt door schuldgedreven zeepbellen.
* De verslechtering in het Verenigd Koninkrijk is net zo groot als die in Griekenland, terwijl het Verenigd Koninkrijk, dat zijn eigen munt heeft, niet bepaald de schuldenproblematiek van de Grieken kent…
* Zo nu en dan valt hier en daar te lezen dat de Baltische staten het goed doen, wat betreft bezuinigen en overheidstekorten. Nee dus. Ondanks draconische bezuinigingen doen Letland en Litouwen het zelfs slecht. Het kleine Estland doe het wat betreft het overheidstekort overigens wel opvallend goed.
* Landen die hun munt gedevalueerd hebben, zoals Polen, Zweden, Roemenie en vooral Hongarije doen het zeker niet slecht.
* Opmerkelijk is de slechte prestatie van Denemarken, vergeleken met alle buurlanden (behalve het Verenigd Koninkrijk).
* Groot Duitsland (Duitsland, Belgie, Nederland, de Tsjechische Republiek, Finland) doet het in het algemeen vrij goed.
In het algemeen kan gesteld worden dat met name neo-liberaal ingestelde landen (het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Letland, Litouwen, IJsland, Denemarken) een opmerkelijk snelle toename van het tekort lieten zien. Er lijkt een meer dan toevallige overeenkomst te zijn met de bovengenoemde grafiek van Krugman, die de toename van de internationale schulden laat zien… Meer daarover in een komende grafiek.
Wat betreft de ontwikkelingen na 2009: in Oost-Europa liepen de tekorten het meest terug (uitzondering:Polen), Duitsland was met Oostenrijk een van de weinige West-Europese landen waar het tekort licht opliep. En Ierland zette met een tekort van ruim 30%, dat voornamelijk veroorzaakt werd door de gigantische hoeveelheid geld die men nodig achtte om de banken in leven te houden, een triest record.
Best logisch toch?
(1) Consumption (C) + Saving (S) + Taxes (T) = GDP = Consumption (C) + Investment (I) + Government Spending (G) + (Exports (X) – Imports (M))
Dit kunnen we omschrijven naar:
(2)(I – S) + (G – T) + (X – M) = 0
Zo dat wanneer de private sector probeert te deleveragen (S > I) en we veronderstellen dat (X – M) = 0, we krijgen:
(3)(S – I) = (G – T)
Begrotingstekort stijgt in reactie op de spaarzin van de binnenlandse private sector.
Met een handelstekort + deleveraging wordt het begrotingstekort uiteraard nog groter want:
(4) (X – M) = (S – I) + (T – G)
(5) G – T = (S – I) + (M – X)