search
top

Werkloosheid in de EU (juni 2011)- grotere verschillen, veranderende migratiepatronen.

Samenvatting: de werkloosheidsverschillen in de EU worden steeds groter. Dit lijkt te leiden tot toenemende migratiestromen van landen met een hoge werkloosheid naar landen met een lagere werkloosheid – hoewel in zowel Spanje als Griekenland nog steeds sprake is van (vergeleken met 2008 en 2009: bescheiden) in-migratie.

Een dag geleden publiceerde Eurostat de nieuwe werkloosheidscijfers. Slecht nieuws: het EU-percentage staat onveranderd op een veel te hoge 9,9%. Achter deze stagnatie van het gemiddelde gaan echter grote nationale ontwikkelingen schuil die er toe leiden dat, vergeleken met een jaar geleden en rekening houdend met de omvang van de EU-landen, de interne verschillen in de EU steeds groter worden. In de onderstaande tabel is de volgende verdeling gemaakt:

1. Landen die vorig jaar juni dan wel dit jaar juni op of onder het gemiddelde werkloosheidspercentage van de EU zaten en waar de werkloosheid daalde

2. Landen die op of onder het gemiddelde zaten en waar de werkloosheid steeg

3. Landen die in de buurt van maar wel boven het gemiddelde zaten en waar de werkloosheid steeg

4. Alarmfase 1. Landen met als laagste niveau in juni 2011 of juni 2010 meer dan 13,7% werkloosheid

 

 

Tabel 1. Niveau en verandering van de werkloosheid in procent-punt in de landen van de EU, juni 2010 – juni 2011 (bron: Eurostat, voor Griekenland aangevuld met een schatting op basis van nationale maandgegevens).

Onder gemiddelde en daling
Belgie -1
Tsjechoslowakije -0,7
Denemarken -0,3
Frankrijk 0
Italie -0,3
Nederland -0,4
Oostenrijk -0,5
Polen -0,6
Roemenie 0
Finland -0,6
Zweden -0,6
Verenigd Koninkrijk 0
Onder gemiddelde en stijging
Slovenie 1,1
Boven gemiddelde, onder 12,2% werkloosheid
Bulgarije 1,3
Portugal 0
Alarmfase (boven 13,8% werkloosheid)
Estland -4,2
Ierland 0,6
Griekenland 5
Spanje 1
Litouwen -2
Letland -3
Slowakije -1,1

Uit de tabel blijkt zonneklaar dat in de landen met een relatief lage werkloosheid de werkloosheid nog lager werd terwijl, rekening houdend met de omvang van landen (de Baltische staten tellen samen ongeveer evenveel inwoners als Griekenland) het tegenovergestelde geldt voor de landen met een relatief hoge werkloosheid.

Verder blijkt uit de achterliggende gegevens dat slechts twee landen een min of meer acceptabele werkloosheid van onder de 5% hebben: Nederland en Oostenrijk – hoewel ook dit natuurlijk nog duidelijk boven het frictieniveau ligt. En nog maar eens: de jeugdwerkloosheid in Spanje is: 45%.

Voor de landen in de alarmfase (meer dan 14% werkloosheid) geldt dat Slowakije een daling van de werkloosheid kent samen met een spectaculair toenemende industriële productie (een belangrijke cyclische indicator). Estland kent een daling met een herstel van de industriële productie naar het niveau van voor de crisis, in Letland en Litouwen is de industriële productie al ruim een half jaar aan het stagneren.

Enkele demografische noten over de afzonderlijke landen:

Met name Litouwen kende volgens Eurostat een zeer grote uit-migratie (2,4% van de bevolking… en er van uitgaande dat het grootste deel van deze mensen juist de jonge, goed opgeleide werknemers zijn dan is dat natuurlijk een aanslag op het ‘human capital’ van het land van wellicht het dubbele). Andere landen met netto uit-migratie waren Ierland (-0,8%), Letland (-0,4%), Bulgarije (-0,3%) en Polen (-0,1%). Mijn persoonlijke natte vinger schatting is dat deze getallen met 1,5 vermenigvuldigd moeten worden om het effect op het werkloosheidspercentage te krijgen. In Spanje en Griekenland is, enigermate verrassend, in 2010 nog sprake van netto in-migratie, in Litouwen en Letland wordt de bevolkingsdaling door netto uit-migratie versterkt door een natuurlijke daling die ook in bijvoorbeeld Portugal, Duitsland en Roemenië optreed. In Duitsland was, in tegenstelling tot in 2008 en 2009, sprake van een geringe netto in-migratie.

Letland en Litouwen waren de enige landen waar in zowel 2008, 2009 als 2010 sprake was van netto uit-migratie. In de woorden van Alina, een Letse uitwisselingsstudente die ik tegenkwam tijdens een wadlooptocht en die geboren werd in de nacht dat het gebied dat later haar vaderland zou worden zich afscheidde van de USSR (of in ieder geval in de buurt van die nacht): “It has always been bad in Latvia – and now its worse”. Typerend detail: Alina had gewerkt bij een Letse call-service die onder andere het Letse ondernemersvertrouwen moest meten. Laten we het erop houden dat men daar, als het om dergelijke gegevens gaat, de Soviet-technieken van het samenstellen en het produceren van de uitkomsten ervan nog niet vergeten is.

 

 

 

Leave a Reply

top