Nout Wellink en Alexander Rinnooy Kan: vastgeroest in oude patronen?
Economen hebben een specifieke manier om de arbeidmarkt te beschrijven. Onderdeel daarvan is de term “flexibel”. Met flexibel wordt bedoeld dat het eenvoudig is om mensen te ontslaan. Daardoor kunnen bedrijven zich snel aanpassen aan de markt, deels omdat niet rendabele arbeiders worden ontslagen terwijl de overblijvende werknemers eerder genoegen zullen nemen met een geringer loon, wat ook weer de aanpassing van de bedrijven aan de markt tengoede komt, waardoor er weer meer mensen worden aangenomen. Of, volgens Nout Wellink, min of meer voormalig president van De Nederlandse Bank: “Nu zien mensen het nog als onrecht dat ze snel hun baan kunnen verliezen, maar uiteindelijk zal het een verworvenheid blijken die zorgt voor veel lagere werkloosheid.” En volgens de “Invloedrijkste Nederlander”, Alexander Rinnooy Kan: “Dat betekent dat je voortaan echt niet langer dan vijf tot zeven jaar op dezelfde plek blijft zitten … In de VS is het bijzonder makkelijk iemand te ontslaan, en dat leidt tot meer mobiliteit. Als het eenvoudiger is van baan te wisselen (Hoezo, een euphemisme, M.K.!) en werknemers breder inzetbaar zijn, wordt de kans op werk ook groter”. Vooral ouderen schijnen vrij suf te zijn, op dat gebied, hoewel mijn ervaring is dat mensen die lange tijd ergens werken soms ingeslapen kunnen zijn, maar vaak ook een enorm netwerk van kennis en contacten hebben die in zeer, zeer hoge mate bijdragen aan de efficiency van een bedrijf.
Wanneer je de beide mannen leest dan krijg je het idee dat het niet goed gaat met de Nederlandse arbeidsmarkt, dat het in de veel flexibeler V.S. veel beter gaat, en dat er in Nederland sprake is van uiterst starre werknemers, die blijven zitten waar ze zitten. En dat is allemaal niet waar. De beide mannen blijken niet goed op de hoogte van de stand van zaken. Wij zijn een voorbeeld voor de VS, in plaats van andersom. Het gaat wel goed op de Nederlandse arbeidsmarkt, veel beter dan in de V.S. en de Nederlandse arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een hoge mate van dynamiek. Wanneer we naar de afgelopen tien jaar kijken (of de afgelopen twintig jaar, maakt wel wat maar niet zoveel uit), dan blijkt dat:
- De banengroei in Nederland hoger is dan in de VS (en in verreweg de meeste andere ‘Westerse’ landen (Bron: OESO)), in tegenstelling tot de suggestie van Wellink.
- Dat de werkloosheid ondertussen al geruime tijd de laagste is van alle OECD landen (hoewel Oostenrijk ons ondertussen gezelschap is komen houden (Bron: Eurostat)). Het
kan waarschijnlijk niet eens meer veel lager. - En dat er een hoge mate van dynamiek is op de Nederlandse arbeidsmarkt (gedefinieerd als intrede en uittrede op de arbeidsmarkt en als het verlaten van de ene en het verkrijgen
van de andere baan (Bron: CBS; http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/0AF6DD41-635A-4D30-A96F-5A2C9E54D8CD/0/2011k2v4p63art.pdf)).
Ik geef toe dat de CBS-studie overde dynamiek van de arbeidsmarkt 2001-2008 wel zeer recent is (15 juni 2011). Maar als ik deze statistieken en de CBS-studie wel ken en wel gelezen heb, waarom hebben deze twee geleerde mannen, beide berucht om hun intellectuele capaciteiten, dat dan nog niet gedaan? In het internettijdperk worden er op dit gebied, de kennis van de empirie en hoe die gemeten wordt, bepaald hogere eisen gesteld aan economen dan vroeger. Je zult je, als verantwoordelijke die het zich aanmatigt om iets te zeggen over de economie, letterlijk elke dag moeten vergewissen van de nieuwste economische gegevens van, onder meer, het CBS. Het hoort bij het vak. En je zult moeten weten hoe dit in te passen in het economische vertoog: wat betekent dit, in het licht van onze economische ideeen, voor onze kennis van de wereld? Nobelprijswinnaar Paul Krugman is er wel in geslaagd op deze trein te springen en beheerst een, in de woorden van Rinnooy Kan, ‘algemene communicatieve vaardigheid’ die onze twee oude mannen kennelijk nog niet beheersen. Gebrek aan flexibiliteit en dynamiek? Of zijn ze, weer in de woorden van Rinnooy Kan, niet meer in staat om “de kans om nog eens op je tenen te lopen”aan te grijpen? In ieder geval moeten ze hun mond houden, als ze de gegevens niet kennen.
Daarnaast – het idee dat een manager altijd beter weet hoe het met het bedrijf moet dan de mensen die hij of zij ontslaat….ik geloof niet dat iedere bedrijfskundige dat voor zijn rekening zou willen nemen. Een bedrijf is, tegenwoordig, de mensen die er werken – en met ontslag vernietig je maar al te snel juist datgene wat je wilt behouden. Maar inderdaad – wanneer het, zoals inde VS, een teken van mannelijkheid en prestatie wordt dat je mensen kunt ontslaan, en iedereen verdwijnt de hele tijd, dan hou je inderdaad niet veel mensen meer over waar je op kunt rekenen.