Het nieuwe stabiliteitsbeleid van de EU – de economie als inherent onevenwichtig systeem.
De Nederlandsche Bank gaat, samen met de andere centrale banken van de Europese Unie en de overheid, nieuw beleid voeren dat gericht is op het tegengaan van financiële instabiliteit. Het opmerkelijke aan dit beleid is dat het een definitief afscheid is van het evenwichtsdenken dat de laatste decennia dominant was in de economische wetenschap: de economie als een tuimelaar die vanzelf weer rechtop gaat staan. De economie wordt nu meer gezien als een ingewikkeld circulair irrigatie- en drainagesysteem met heel veel van elkaar afhankelijke deelnemers waarbij het onderbreken van de waterstroom in één perceel zich, door pro-cyclische reacties, versterkt voort kan zetten door het hele systeem. Het betekent bijvoorbeeld dat er nu radicaal anders tegen bijvoorbeeld de relatie tussen lage rente en stijgende woningprijzen wordt aangekeken. De Nederlandsche Bank zelf heeft zich nooit totaal aan het evenwichtsdenken gecommitteerd. Maar veel economen en, in toenemende mate, centrale banken waren steeds meer van mening dat als de inflatie maar laag en stabiel was de rest (werkloosheid, de conjunctuur, economische groei) wel goed zou komen, door de evenwichtszoekende krachten in de economie. Schulden? Geen probleem, want tegenover elke schuldenaar staat hetzelfde bedrag een schuldeiser, tenslotte, dus de netto schuld van een economie is altijd nul. Dat er bij een balansen waarbij de debetzijde van de schuldeisers gelijk is aan de creditzijde van de schuldenaren toch problemen kunnen komen met het terugbetalen van de schuld, i.e. met de liquiditeitsbegroting, werd daarbij voor het gemak weggedefinieerd.
Het ‘nieuwe’ denken gaat er vanuit dat er juist wel problemen kunnen komen met die geldstromen, waarbij niet enkel meer naar de geldstromen in de ‘BBP-economie’ wordt gekeken (i.e. lonen, winsten, consumptie, investeringen en dergelijke) maar ook naar de financiële stromen (i.e. leningen en terugbetalingen en beleggingen). Een belangrijke naam daarbij is die van Claudio Borio, tegenwoordig hoofdeconoom van de Bank voor Internationale Betalingen. Maar ook bijvoorbeeld Steve Keen legt veel nadruk op geldstromen en leningen. Beide zijn dit economen die ervan uitgaan dat evenwicht en stabiliteit niet altijd ‘vanzelf’ tot stand komt, laat staan evenwicht waarbij ook sprake is van een relatief hoog niveau van werkgelegenheid.
Opmerkelijke aspecten van dit nieuwe denken zijn onder andere:
1. Rente wordt niet meer gezien als een evenwichtsbrengende ‘fundamental’ bij woningprijzen. Woningprijsstijgingen staan tamelijk los van consumptieprijsstijgingen (‘biflatie’). Wat betekent dat als een centrale bank zich bij het vaststellen van de rente enkel op de consumptieprijzen en dus op de BBP-economie richt de woningprijzen, zeker wanneer de consumptieprijsinflatie en dus de rente laag is, speculatieve stijgingen kunnen vertonen. En dat al helemaal wanneer stijgende woningprijzen ten onrechte als goed onderpand gelden voor nog hogere leningen en men speculatief gaat lenen op basis van de verwachting van voortgaande woningprijsstijgingen en een voortdurende lage rente (de consumentenprijsinflatie is immers laag dus de bank gaat de rente niet verhogen!). Dat heet: ‘vermogensillusie’. Daar moeten we volgens het nieuwe denken vanaf. Niet door de rente te ankeren aan de woningmarkt, maar door die markt op andere manieren aan banden te leggen.
2. De crisis is geen crisis van de aanbodkant. Inherent aan dit nieuwe denken is dat er problemen zijn met de geldstromen. Die je niet oplost door de arbeidsmarkt te flexibiliseren. In Nederland hebben de huishoudens rond de 600 miljard Euro schuld – waar ze nog zo goed als niets van hebben terugbetaald. Stel nu dat de werkgelegenheid daalt (oeps,. gebeurt al), dat de reële lonen dalen (oeps, gebeurt al), de hypotheekrentesubsidie wordt afgetopt (oeps, gebeurt al een heel klein beetje) en dat de rente gaat stijgen (willen veel mensen graag). Dan krijgen de huishoudens een probleem met die schuld – en dus de banken ook. De woningprijzen zullen door gedwongen verkopen dalen enzovoorts, de consumptie daalt nog verder. Enzovoorts. In de termen van het ‘Vlaggeschiprapport‘ (nee, die term bedenk ik niet zelf) van dit denken: “Exposure concentrations make a financial system (or part of it) vulnerable to common shocks, either directly through balance sheet exposures or indirectly through asset fire sales and contagion”. Gaan we dat soort problemen echt oplossen door het ontslagrecht te versoepelen? Dacht het niet.
Het is natuurlijk afwachten of het nieuwe beleid gaat werken. Het zier er allemaal te ingewikkeld uit. Maar dat het geloof in het ‘natuurlijke’ evenwicht van het financiële kapitalisme overboord is gezet is winst. Pure winst. Marktuitkomsten op de vastgoedmarkt kunnen juist instabiliteit veroorzaken! Denk: SNS. We zullen daar mee moeten leren leven, waarbij overigens wel opmerkelijk is dat die instabiliteit vaak voorafgegaan werd door deregulering van het kredietsysteem. Zie wat dat betreft natuurlijk ook het werk van Reinhart & Rogoff, dat de inherente instabiliteit van ons systeem haarscherp uiteenzet. Het nieuwe beleid lost het probleem van de hoge private schuld nog niet op, trouwens, daarvoor is een hoger nominaal inkomen en een groei van de werkgelegenheid nodig. Maar daar gaan we ongetwijfeld nog op terugkomen.
Voor ik het vergeet – Jens Weidmann, u weet wel, die van de BuBa, is natuurlijk tegen. Die kijkt nog steeds enkel maar naar de consumptieprijzen.