search
top

Het prudente beleid van de Nederlandse pensioenfondsen: maak de toekomst!

De (lichte) verhoging van enkele Nederlandse pensioenuitkeringen is prudent economisch beleid.

Zeker tegen de achtergrond van (1) de omslag van demografische groei naar demografische krimp, (2) de gewenste en ook op gang komende ontschuldiging van de Nederlandse huishoudens en (3) de al bijna zes jaar aanhoudende situatie van voortdurende bestedingskrimp die in toenemende mate niet enkel onze onze productie maar ook, via uitval op de arbeidsmarkt en een te laag niveau van de investeringen, onze productiecapaciteit begint aan te tasten is deze verhoging niet alleen gewenst maar ook noodzakelijk. Korter door de bocht: als we willen dat mensen hun hypotheken aflossen, waardoor er (A) inkomen uit de bestedingsstroom verdwijnt en er (B) letterlijk krimp van de geldhoeveelheid plaats vindt dan moet dat worden gecompenseerd door via andere kanalen de vraag en de geldhoeveelheid op peil te houden. De (lichte) verhoging van de pensioenen draagt hier aan bij. De generaties van de jaren vijftig (na 1953) en zestig waren niet rijk doordat er in de jaren dertig armoede geleden werd en omdat de bestedingen en vooral de investeringen destijds laag waren. Ze waren rijk omdat er in de jaren vijftig en zestig geïnvesteerd en geconsumeerd werd, de werkloosheid laag was en de productiecapaciteit werd uitgebreid en vernieuwd. Dat moet ons voorbeeld zijn.

daarmee verband houdend: het idee dat het besteden van pensioengeld het verbrassen van het toekomstige inkomen van de huidige ‘jongere’ generatie is berust op twee denkfouten en een verkeerde inschatting van de Nederlandse situatie.

De eerste denkfout is het dooreenhalen van de huidige balanswaarde van financiële tegoeden met toekomstige bestedingsmogelijkheden en daarmee het toekomstige inkomen van de pensioentrekkers. De waarde van waardepapieren of andere vermogenscomponenten (woningen..) op een specifiek moment is geen garantie voor toekomstige koopkracht – zie bijvoorbeeld al die huishoudens die onder water staan. We wetens stomweg niet wat de waarde van de pensioentegoeden in de toekomst zal zijn. Wat we wel weten is dat als, wat in toenemende mate het geval lijkt te zijn, de productiecapaciteit minder toeneemt dan mogelijk is dit de toekomstige bestedingsmogelijkheden zal beperken. En als, wat in toenemende mate het geval is (zie dit NBER paper, dat aantoont dat de Euro tegen alle intenties in in de praktijk in de EZ tot een soort Zuid-Amerikaans pro-cyclisch beleid heeft geleid, met Zuid-Amerikaanse gevolgen zoals meer ongelijkheid, armoede, werkloosheid en dergelijke) dan zal die lagere productiecapaciteit vaak ook minder volledig worden gebruikt. Juist vanwege de komende demografische krimp moeten we die capaciteit niet alleen verbeteren, maar ook volledig gebruiken. Dit noopt tot contra-cyclisch beleid. Huidige balanswaardes zijn iets totaal anders dan een toekomstige productiecapaciteit. Kort door de bocht: een werkloze jongere bouwt geen pensioen op.

De tweede denkfout is dat de huidige marktprijs van de waardepapieren van op de markt verhandelde papieren ook de huidige balanswaarde bepaalt. Maar dat is niet zo. De huidige marktwaarde wordt gebaseerd op de marktprijs van een beperkt aantal verhandelde waardepapieren op 1 specifieke dag: marginale handel, in economische termen. In een productiemarkt wordt die prijs, op de wat langere termijn, sterk bepaald door de productiekosten. Maar de markten voor waardepapieren (of woningen, kunst en antiek) zijn geen productiemarkten, of maar zeer ten dele. Het zijn voorraadmarkten. En op die markten wordt de marginale prijs bepaald door wat een gek er voor geeft. Of accepteert. Of eigenlijk: over wat u denkt dat een gek er voor wil geven, terwijl die gek dat geven weer ijkt op uw gedrag. Waar u dan weer rekening mee houdt. Ik denk dat u denkt dat ik denk dat u denkt…. Waarbij kleine veranderingen in de omgeving tot woeste veranderingen in de vraag- en aanbodlijnen kunnen leiden. Zie het recente gedoe rondom de valuta’s van Turkije en andere opkomende markten. En moeten we dan in Nederland de pensioenuitkeringen dit althans qua moment onvoorspelbare malligheden laten volgen, waardoor de economische fluctuaties niet gedempt maar versterkt worden? Natuurlijk niet. Dat we de balanswaarde berekenen met de marktwaarde is niet meer dan een discutabele afspraak. En dan ook nog een afspraak die, als we die ten onrechte tot economische wet verheffen, funeste pro-cyclische gevolgen kan hebben, doordat we ons dan weer rijk en dan weer arm rekenen. En dat al helemaal in Nederland, waar de pensioentegoeden abnormaal hoog zijn, internationaal gezien. De balanswaarde moet wellicht toch maar wat meer worden bepaald op toekomstige inkomensstromen, in plaats van op het economische ‘leven van één dag’. Met daarbij in het achterhoofd dat ook dat onzeker is. Maar in ieder geval is het een wat minder bi-polaire maatstaf dan die eendagsmarktprijzen.

Een professionele Centrale Bank is er overigens juist voor om contra-cyclisch in plaats van pro-cyclisch op te treden, wat de negatieve houding van DNB ten opzichte van de pensioenverhogingen zo mysterieus maakt! Nu is het de tijd om Bunds te verkopen en in Turks vastgoed te beleggen zowel als om de pensioenen te verhogen, zodat niet enkel een bijdrage wordt geleverd aan het inkomen van gepensioeneerden en de toekomstige welvaart van Nederland maar ook aan de huidige financiële stabiliteit, omdat in de huidige situatie juist expansief beleid het mensen mogelijk maakt schulden terug te betalen.

 

 

Leave a Reply

top