De macro-economie: een serieuze en Nobelprijswaardige wetenschap (soms)
In de discussie over austeriteit, bezuinigen, krimp en de kennelijk weldadige – nee, noodzakelijke, disciplinerende! – effecten van een ultra-hoge werkloosheid lijkt, gelukkig, een kentering op te treden. De austerianen lijken te gaan beseffen dat de macro-economie een werkelijke wetenschap is. En dat althans een aantal van de macro-economische relaties de kracht van wetenschappelijke wet hebben. Wat momenteel tot nogal wat verwarring en discussie in kranten en op blogs leidt – duidelijke kentekenen van een leerproces.
Waarom is de macro-economie (soms) een wetenschap te noemen? Een wetenschap gebruikt zorgvuldig gedefinieerde variabelen en concepten. Die concepten worden vervolgens in een zorgvuldig doordacht, consistent, coherent en samenhangend systeem beschreven en gemeten. En dat is precies wat de macro-economie (ook) doet.
Op basis van zorgvuldige concepten, operationalisaties en uitgebreide metingen wordt de macro-economie geldstromen en hoeveelheden (uren arbeid!) gemeten en in beeld gebracht: onze bestedingen en onze leningen en aflossingen maar ook de balansgrootheden zoals bezit en schuld. Waarbij de samenhang uiteindelijk is gebaseerd op het feit dat mijn uitgaven altijd de inkomsten van iemand anders zijn – we leven in een monetaire economie. Een beetje Immanuël Kant: deze metingen zijn niet gebonden aan een persoon maar gebaseerd op zorgvuldig vastgelegde definities en procedures. Ter informatie:een artikel van Wayne Godley uit 1997, ‘Seven unsustainable processes‘, die deze relaties en metingen gebruikt om aan te geven wat er mis zal gaan met de economie in de VS, waarbij hij een termijn van 10 tot 15 jaar noemt. En ja, hij had gelijk. Hij zei niet alleen dat de klok stil zou gaan staan maar ook ruwweg wanneer en vooral: waarom.
Dat meten gaat goed en steeds beter. Er worden steeds sneller en steeds beter steeds meer variabelen gemeten, binnen een samenhangend macro-economisch kader. Sterker: de macro-economen (althans de macro-economische statistici) hebben zelfs een zorgvuldig gedefinieerde en gemeten:
FORMULE VAN ALLES (u hoeft hem om deze blog te begrijpen niet helemaal te vatten):
Δ M3 ≡ (saldo op de lopende rekening en kapitaalbalans) – (financiële transacties van niet-banken met het buitenland)
+ (verandering in leningen verstrekt aan Euro-burgers en bedrijven) – (verandering in lange termijn spaartegoeden)+ (Δ andere transacties (netto))
Bron: een obscuur macro-statistisch handboek van de ECB(p. 147) (en ja, ik lees dat soort handboeken):
Deze formule beschrijft zowel de financiële economie als de productie-economie.Wat staat er?
De verandering in de maatschappelijke geldvoorraad in het Eurogebied is gelijk aan de netto instroom/uitstroom van Euro’s uit/naar het ‘buitenland’ plus de netto leningen van huishoudens en bedrijven van de geldscheppende banken plus de netto instroom in de maatschappelijke geldhoeveelheid vanuit allerlei meerjarige depositorekeningen en dergelijke (momenteel van belang!). Bij de ‘andere transacties’ kunt u onder meer denken aan faillissementen en dergelijke, of aan Cyprus.
Deze formule wordt gebruikt om maatschappelijke geldhoeveelheid te meten en zonder de formule te kennen kan die verandering daarin niet begrepen worden (Draghi gebruikt hem elke maand tijdens zijn persconferentie als hij weer eens aangeeft dan de bedrijven nog sneller hun leningen aan het aflossen zijn waarbij de Monthly Review van de ECB verdere achtergrondinformatie geeft- zo obscuur is dat handboek dus ook weer niet).
Grafiek 1. De groei van de geldhoeveelheid (M3) in het Eurogebied. Bron: website ECB.
Daarbij sluit deze formule via de lopende rekening gegevens aan bij de bekende formule die de samenhang tussen productie, bestedingen en inkomen in een land weergeeft:
(Y+Im) = (C+I+O+Ex)
De middelen zijn gelijk aan de bestedingen, of, zoals het hier in deze formule staat:
De (productie + de import) is gelijk aan (de private consumptie + de private investeringen + de overheidsuitgaven + de export)
Waarbij (zie de ‘formule van alles’) een tekort op de lopende rekening (meer import dan export) gefinancierd wordt door leverancierskrediet of een lening of gift uit het buitenland. En dat meten we allemaal, waardoor we weten dat de Baltische staten alleen al via de EU giften krijgen van ongeveer 3 tot 4% van hun inkomen. Er is een gemeten samenhang tussen de geldhoeveelheid in de Eurozone en het overschot op de lopende rekening dat de Eurozone heeft.
Naast deze macro-economie is er ook een niet-wetenschappelijke macro-economie. Deze maakt veel gebruik van het slecht gedefinieerde en zeker macro-economisch niet geoperationaliseerde begrip ‘nut’ van de totale sector huishoudens (ik trek mijn woorden terug als u een algemeen geaccepteerd statistisch handboek kunt noemen waarin deze variabele en de meting ervan gedefinieerd en geoperationaliseerd wordt). Dit soort economie ontbeert empirische meetdiscipline. En is dus geen wetenschap in de Kantiaanse zin: de ene onderzoeker komt dan tot heel andere resultaten en zelfs modellen dan de andere. Met desastreuze resultaten – er is geen econoom geweest die zo verschrikkelijk fout zat over de huidige crisis als juist de geestelijke vader van dit soort wensdenken, Robert Lucas. Dat dus in tegenstelling tot Wayne Godley, die op basis van de wetenschappelijke macro-economie wel vooruit kon kijken. Helaas werd er wel naar Lucas geluisterd. En niet naar Godley.