Pensioenen en bezit. Een economisch-historische bespiegeling.
Gaan de pensioenfondsen net zoveel bezit krijgen als de katholieke kerk in de zestiende eeuw? Willen we dat? Een economisch-historische bespiegeling.
In 1580 vond in Friesland een revolutie plaats. Een hele nette, dat wel, maar toch. Het land van de kloosters (zie kaart) werd genationaliseerd. Die bezittingen maakten deel uit van het ontzagwekkende landbezit van de katholieke kerk. Dankzij het onvolprezen werk van de Fryske Akademy, die voor alle percelen van het kadaster uit 1832 heeft nagezocht/aan het nazoeken is wie de zestiende eeuwse eigenaren waren, is dat in beeld te brengen (roze en paars: kerkengoederen, andere kleuren: kloostergoederen). Monnikkenwerk, inderdaad. Maar duidelijk is dat de pacht- en huuropbrengsten van een zeer groot deel van de kapitaalgoederenvoorraad van het zestiende eeuwse Friesland niet bestemd waren voor ‘kapitalistische’ eigenaren – maar voor een publieke instelling: de kerk. Die in ruil voor allerlei gulle giften van land onder andere missen opdroeg voor overledenen. Maar die, wat betreft de kloosterlanden, onteigend werd toen men daar wat sceptisch tegen aan ging kijken. En toen andere belangen een rol gingen spelen. Zijn er een parallellen met de huidige situatie?
Die parallellen zijn er. En soms zelfs tamelijk direct. Want wat gebeurde er met de (opbrengst van) de genationaliseerde landen? In verband met de omwenteling (‘revolutie’) van bezits- en machtsverhoudingen werden er nog tijdenlang allerlei keurige pensioenen aan allerlei al dan niet keurige voormalige geestelijken uitgekeerd – een vergelijking met de zakenbankiers van nu dringt zich op. En een deel van deze landen werd overgedragen aan allerlei gast- en weeshuizen, waarmee het sociale beleid van deze instellingen een beetje een publiek karakter kreeg: de woningbouwcorporaties van hun tijd (of moeten we zeggen: de banken?). Ook gaf de revolutie de Friese overheid de financiële middelen om bij te dragen aan de oorlog tegen de Spanjolen (in het buitenland noemen ze De Tachtigjarige Oorlog dan ook: “The Dutch Revolt”). Overigens heeft de Friese overheid na het twaalfjarig bestand erg veel van deze landen weer verkocht omdat er meer en meer geld voor deze oorlog nodig was – alweer een bezitsrevolutie die, in combinatie met economische ontwikkelingen, uiteindelijk leidde tot een klasse van Friese grootgrondbezitters die in de negentiende eeuw grotendeels uit Friesland zou vertrekken, naar onder andere Den Haag. Wat willen we ook alweer met de ABN/AMRO? En wie gaan er dan naar Benidorm?
Het punt: bezitsverhoudingen veranderen, soms revolutionair. En wij leven in een tijdperk waarin dit aan het gebeuren is. Pensioenfondsen en ‘sovereign wealth funds’ krijgen in hoog tempo véél meer bezit – zelfs dusdanig dat het 500 jaar geleden is dat een dergelijk aandeel van het totale maatschappelijk eigendom in ‘de dode hand’ was. Waarbij ik zeker niet uitsluit dat de pensioenfondsen binnen korte tijd niet alleen veel aandelen en obligaties en derivaten in bezit hebben maar ook een veel groter deel van het vastgoed (woningen, (tol)wegen) in eigendom zullen krijgen (was bij ABP in 2012 overigens 33,6 miljard). Echter, kunnen we ervan uitgaan dat instellingen die macro-relevante aandelen van het Nederlandse bezit in de hand hebben ongemoeid worden gelaten in hun taak? Of zal dat veranderen wanneer we daar sceptischer tegenaan gaan kijken en andere belangen een rol gaan spelen? We zien wat in de zestiende en zeventiende eeuw (na de mentale revolutie van Luther) met dat bezit gebeurde: nationalisaties, herbestemming, financiering van overheidsbeleid en privatisering. Zouden zulke zaken echt nooit met onze pensioentegoeden gaan gebeuren? Echt niet? Misschien moeten we er toch maar eens over nadenken of zulke megafondsen, ook als deze bestaan uit nominaal individuele tegoeden, wel wenselijk zijn en of dat niet meer van de pensioenbehoefte direct via de belastingen moet worden opgebracht. In plaats van deze met tussenkomst van spaartegoeden met volstrekt onzekere rendementen door te schuiven naar een al even onduidelijke toekomst: “kicking granny down the road”. Dat lijkt me zinvoller dan discussies over hoe we hedendaagse eigendomsrechten moeten kallibreren op het veronderstelde renteniveau in 2035.
Terzijde – het u wel eens geteld hoeveel deelnemingen bijvoorbeeld het ABP heeft op de Kaaiman-eilanden en dat soort paradijzen? Ik telde er acht, in het jaarverslag 2012.