Een kredietgroeidoelstelling voor de ECB?
Als economisch-historicus die meer dan de gemiddelde econoom bekend is met de (macro-) economische statistieken (de HICP-inflatie gezuiverd voor indirecte belastingen zoals de BTW ligt momenteel op 1,2%, fors beneden de 1,6% ‘headline’ inflatie die de ECB in de gaten houdt, dank u wel) maak ik deel uit van de ‘shadow-council’ van het Duitse Handelsblatt, een gezelschap van bankiers en wetenschappers dat ongevraagd advies geeft aan de ECB, voorafgaand aan de maandstonde van de ECB waarop de rente bepaald wordt.
Een opmerkelijk aspect van de discussie van vorige week was dat er vrij brede steun was voor het koppelen van ‘forward guidance’ aan expliciete economische data en wellicht aan de gegevens over ‘GDP-enhancing credit’, dus krediet dat opgenomen wordt door bedrijven en huishoudens om te investeren (en niet om te beleggen in aandelen of woningen of een combinatie daarvan). Dit idee is consistent met wat Dirk Bezemer ‘goed krediet‘ noemt, het soort krediet dat volgens Schumpeter de economie doet groeien en dat volgens Hjalmar Schacht ‘goederen doet bewegen’. Goed nieuws, dat daar steun voor is! Van stijgende woningprijzen worden we, macro-economisch, niet welvarender, van nuttige investeringen wel. Terzijde – het bedrijfsleven lost op dit moment netto leningen af!
Een probleem is bij zo’n kredietgroeidoelstelling wel de woningmarkt. Het gaat dan niet om bestaande woningen – een hypotheek voor aanschaf van een bestaande woning moet, financieel, gezien worden als ‘lenen om te beleggen’ en niet als een investering. Maar het gaat dan wel om nieuwbouw. De productie van nieuwe woningen doet het BBP natuurlijk stijgen en onze kapitaalgoederenvoorraad toenemen, in de vorm van nieuwe (betere, energieproducerende, levensloopbestendige) huizen. Maar dat kan ook uit de hand lopen. Zie Ierland, zie Spanje waar ‘krediet’ tot een bouwzeepbel leidde (te onderscheiden van de prijzenzeepbel, die er ook was). Een methode om dit in de hand te houden is door onderscheid te maken tussen ‘grond’ aan de ene kant en ‘bouwkosten van de nieuwe woning’ aan de andere kant. Bij een bouwzeepbel hebben vooral de landprijzen, veel meer dan de bouwkosten, de neiging om te stijgen. En land (zonder investeringen zoals riolering en dergelijke, het gaat puur om de locatiewaarde van land) is natuurlijk geen nieuw investeringsgoed. Investeringen voor de aankoop van land, zeker als die tot aanzienlijke prijsstijgingen leiden, zullen (om de terminologie van Bezemer te gebruiken) als ‘bad’ en ‘ugly’ moeten worden gezien. Wat mij betreft moet er overigens ook verschil komen tussen ‘krediet voor de aanschaf van grond’ en ‘een hypotheek om een nieuwe woning te bouwen’.
Dit is ook daarom belangrijk omdat een zeer groot gedeelte van onze kapitaalgoederenvoorraad nu eenmaal uit woningen bestaat (ongeveer de helft). En omdat er de komende vijftig jaar wereldwijd nog een paar miljard gezellige, gezonde, energieproducerende en levensloopbestendige woningen moeten worden neergezet, die ook nog eens duurzaam gefinancierd moeten worden, anders dan in Spanje en Ierland het geval was. Een paar miljard maal 100.000,– gemiddelde investeringen voor de bouwkosten van de woning, hoeveel is dat? 250 triljard? En daar moet de investering in de grond nog bij opgeteld. Hoe gaan we dat duurzaam financieren? De noodzaak daartoe lijkt me in ieder geval pertinent.
P.S. – overigens zou het goed zijn als Draghi gezien zijn obligate opmerkingen tijdens de introductie van de persconferentie van vandaag zijn huiswerk wat betreft de werkloosheid en de werkgelegenheid zou maken. Ook in de jaren dertig, toen de arbeidsmarkt veeeeeel minder gereguleerd was dan nu en er zeer sterke loondalingen plaats vonden, vond pas werkgelegenheidsherstel plaats toen de economische geldgroei en de bestedingen weer toenamen. De loondalingen verergerden de crisis alleen maar. Hetzelfde proces doet zich nu in Griekenland voor, waar de loondalingen verreweg het grootst zijn van de hele EU en de krimp verreweg het sterkst. En wie denkt dat lagere ‘Real Unit Labour Costs’ tot meer export leiden die moet de Ierse nationale rekeningen bestuderen: de netto export is in dit bejubelde voorbeeld van austeriteit het eerste kwartaal van 2013 afgenomen. En zie hier voor de Griekse werkgelegenheidscijfers – nogmaals, dat is ondanks loondalingen van 20 tot 25%. Deregulering is niet het antwoord op werkloosheid tijdens een balansrecessie.