Een korte reactie op reacties
Op Twitter kwamen een paar reacties, vooral van Pieter Gautier, op mijn Groene column. Hierbij een korte reactie op de reacties.
Vooropgesteld, nee ik lees de industrial organization literatuur niet en ik ben geen econoom.
Desalniettemin waag ik te betwijfelen hoe zinvol de markt metafoor is. In de praktijk speelt vraag en aanbod, tenminste als je het ondernemers vraagt, nauwelijks een rol in hoe ze hun prijs bepalen. Niettemin zijn twee vraag en aanbod lijntjes die elkaar kruizen het uitgangspunt van de wetenschap.
Ik heb lang genoeg wetenschapsfilosofie gehad om te weten dat men verdomde lang door bleef gaan met Ptolemeïsche astronomie door allerlei steeds exotischere uitzonderingen te maken op de kern van de theorie. (De aarde is niet het centrum van het universum, maar ligt er dichtbij — in die categorie.) Door steeds meer uitzonderingen (economen lees: ‘imperfecties’ en ‘fricties’) toe te voegen aan de kern van de theorie kwam men tenminste nog in de buurt van de realiteit, maar uiteindelijk bleek de rot dieper te zitten.
Zo zie ik het eigenlijk ook bij economie. Er wordt krampachtig vastgehouden aan een vraag en aanbodmodel, terwijl dit voor zover ik het kan beoordelen geen enkele basis heeft.
In de meeste grote bedrijven worden prijzen simpelweg vastgesteld door een opslag op de kosten te rekenen. Fluctuaties in de vraag worden in eerste instantie opgevangen door voorraadvorming. Een bedrijf probeert dan voorraden weg te werken door, zoals bij autofabrikanten, bonussen aan dealers, marketing, goedkope autoleases en hogere inruilwaardes. Nogmaals, dat heeft weinig met vraag en aanbod te maken en alles met planning.
Is het niet zinvoller om als uitgangspunt dit soort kostenplus prijzen te nemen, in plaats van vraag en aanbod prijzen?
Als aanvulling hierop:
Dean Baker stelde ooit ergens dat de huizenmarkt in de VS de belangrijkste markt ter wereld was. Dat zette me aan het denken. En zonder te steggelen over wat nou de belangrijkste is – het is duidelijk dat markten als de woningmarkt, de arbeidsmarkt en de kredietmarkt nogal wat belangrijker zijn dan de tomatenmarkt of zelfs de markt voor auto’s (overigens heb ik ooit uitgerekend dat de markt voor tweede hands auto’s groter is dan die voor nieuwe…). Bijzonder aan al deze markten – zelfs die voor tweede hands auto’s – is dat de productiekosten (zo goed als) nul zijn. Het zijn in wezen voorraadmarkten, geen productiemarkten. Wat betekent dat de aanbodlijn van het (neo-klassieke) marktmodel totaal in duigen valt. Wat weer betekent dat fricties en dergelijke geen aanvullingen op een benchmarkt zijn (zoals Gautier stelt) – maar dat die benchmarkt JUIST VOOR DE BELANGRIJKSTE MARKTEN niet adequaat is (voor het gemak baseer ik me voor die benchmark op ‘Markten en overheid’ van Eijgelshoven, Nentjes en Van Velthoven). Terzijde – wie van mening is dat de geldmarkt geen belangrijke markt is moet in de nationale rekeningen maar nazoeken hoe hoog de schulden van huishoudens zijn en hoeveel rente ze daarvoor betalen. Er is trouwens een discussie gaande over dat steeds meer producten, na eenmaal ontwikkeld te zijn, nauwelijks nog productiekosten hebben (denk aan het computerprogramma waar ik dit mee schrijf). En zelfs waar wel sprake is van productiekosten en toename van de marginale productiekosten daar verschuift de aanbodlijn (inclusief opslag)voortdurend, door technische vooruitgang. Idem dito voor de vraaglijn. Waarbij (óf all people!!) Gary Becker ooit nog eens bewezen heeft dat je voor het dalend verloop van die vraaglijn niet te rade hoeft bij de (neo-klassieke) nutscurves maar dat die af te leiden is uit de budgetlijn. Waarna Ockham’s scheermes uiteraard stelt dat die simpeler verklaring voor de vraaglijn onze benchmark moet zijn…
Zie ook:
http://socialdemocracy21stcentury.blogspot.com/2013/06/gardiner-means-on-administered-prices.html
Hallo,
In ieder geval is het een teken, dat De Groene goed gelezen wordt. Wat-ie zeker verdient.
Voor Lux et Veritas vind ik het wat lastig, dat je allerlei links moet volgen om dit debat te kunnen volgen. Dat is onprettig.
Ook weet ik niet wie Cosbibi is. Dat is vervelend. Want anonieme columns zijn gewoonlijk kwalitatief inferieur.