Het belasting-voorstel in “Bruggen Slaan”
Eind oktober vorig jaar werd het regeer-akkoord “Bruggen slaan” gepresenteerd. Aangezien de beide coalitie-partners erg verschillend denken over het lands-belang, lag een bevriezing van de status quo voor de hand, in afwachting van een toekomstig duidelijker verkiezings-resultaat. Twee naalden, die elkander steken, hechten niet. Maar wat logisch leek, gebeurde niet. In deze column wordt de verbazing wekkende belasting paragraaf op de korrel genomen.
In het nieuwbakken voorstel zou het hoogste tarief voor de inkomsten-belasting (IB) gaan van 52 procent naar 49 procent, en de derde schijf zou in 2014 gaan van 42 naar 38 procent. Daarmee werd de IB fors minder progressief. Bovendien bleef de al geplande BTW-verhoging naar 21 procent gewoon in stand. Niet iedereen zal dat rechtvaardig vinden [1]. Vanuit economisch perspectief is zorgwekkend, dat de in het akkoord gedachte stelsel wijzigingen de conjuncturele stabiliteit van ons land verminderen. Immers progressieve belastingen zijn wat men noemt een economische stabilisator. Ze stimuleren de economie in tijden van recessies, en remmen af in tijden van hoog-conjunctuur. Trouwens de WW uitkering, die in het akkoord is versoberd, is eveneens zo een economische stabilisator. Geen beste beurt, is je eerste reactie. Geluk en glas breekt even ras.
Nu ligt de zaak genuanceerder, doordat de partners te gelijker tijd de zorgkosten inkomens-afhankelijk wilden maken. Het linkse smaldeel had deze maatregel inderdaad in zijn verkiezings-programma staan. Des ondanks blijft de vondst van de onderhandelaars verwarrend voor de kiezer. Immers de zorg-kosten zijn een vast gegeven, en kunnen niet meebewegen met de conjunctuur. Daarom zijn ze ongeschikt als automatische stabilisator, zou je denken.
Overigens is in linkse kringen het verlagen van de schijf-tarieven denkbaar, mits dat onderdeel uitmaakt van een totaal-pakket. De fiscaal specialist en sociaal-democraat Flip de Kam ondersteunt in zijn aardige boek “Wie betaalt de staat?” (2007) zo een verlaging, tenminste wanneer er alternatieve belasting-inkomsten worden aangeboord. De Kam wil de vermogens, die nu uniform met 1.2% worden aangeslagen, weer naar draagkracht belasten. En het oerwoud aan vrijstellingen zou moeten worden uitgedund. Dat vergroot de heffings-grondslag. Ook wil de Kam de vermogens-winsten belasten. En ten slotte wil hij bij de gepensioneerden (65+ schrijft hij nog) de lage tarieven in de twee eerste schijven verhogen. Gepensioneerden behoren intussen tot het rijkere deel van de natie. Aldus zouden er in de Kams visie drie schijven komen, van respectievelijk 30%, 40% en 55%.
Het zal allemaal wel kloppen. Je hoort dezelfde voorstellen ook elders vanuit de linkse hoek. Maar zolang de haalbaarheid van een totaal-pakket aan hervormingen politiek twijfelachtig is, blijft het bij academisch filosoferen. Er dreigt zelfs het gevaar, dat er selectief in wordt geshopt en onderdelen ervan in isolement worden ingevoerd. Sowieso is een los strijdpunt beter aan de kiezers te verkopen dan een totaal-pakket. Een klein pak is een groot gemak. Het lijkt me sterk, dat het pakket bij voorbaat kan rekenen op een breed electoraal draagvlak. Zal dit de steun krijgen van de midden-groepen, die overigens doorlopen tot de bovenste 10% inkomens, en de senioren? Men vindt veel grijzen, maar weinig wijzen.
Staats-schulden dreigen altijd te ontsporen, onder het motto “het is beter rood te staan dan krap te zitten”. Politici hebben in dit opzicht een slechte reputatie. Je moet niet met je visite-kaartje gooien. Er bestaan wel degelijk fatsoenlijke vuistregels voor de financiering van de staat. De staat heeft recht op een financieel gezonde begroting. Dit verlangt van de staat, dat hij bereid is om de heffing van belastingen te rechtvaardigen. De beleids-doelen moeten helder zijn en controleerbaar. En de middelen moeten efficient worden besteed. Linkse politici moeten voorop lopen bij de verdediging van deze vuistregels, omdat juist zij een belangrijke economische rol toekennen aan de staat.
Zeker sinds de schulden-crisis van de Europese landen groeit in linkse kringen, zoals de sociaal-democratie, het besef, dat je niet oneindig de belasting-inkomsten kunt verminderen. De staat moet over voldoende middelen kunnen blijven beschikken om zijn basale taken uit te voeren. De sociale staat, in Nederland meestal verzorgings-staat genoemd, moet overeind blijven. In het verleden slaagde links steeds weer in het aanbrengen van verbeteringen voor het minimum inkomen en de ziekenzorg. Het vluchtige karakter van de mondiale economie en de intrede van flexwerk versterken de noodzaak van arrangementen voor de bestaans-zekerheid. Het sociaal verbond moet marginaliteit bestrijden, zodat iedereen aan de bak kan. Bezuinigingen op de staat ondermijnen onze bestaande orde.
Eerst gedacht en dan gedaan is langs de weg der wijzen gaan. Het linkse smaldeel kan voortbouwen op een eigen fiscale leer van eeuwen. De progressieve heffing blijft een hoeksteen van elke linkse politiek. Anderzijds zijn omzet-belastingen minder wenselijk. Een tweede hoeksteen ervan is de belasting op inkomsten uit kapitaal, die niet mag onderdoen voor die uit arbeid. Een baksteen is nooit alleen. Al moet daarbij worden erkend, dat ook linkse politici niet vrij blijven van de neoliberale tijdgeest.
Een beetje politicus vraagt zich al snel af, in hoeverre de linkse standpunten kunnen rekenen op electorale bijval [2]. Tegenover het voordeel van de automatische stabilisatoren staat het nadeel, dat zij de staat opzadelen met conjunctureel sterk schommelende inkomsten. Het is voor de staat inderdaad lastig om meerjarige, anti-cyclische investerings-plannen te ontwikkelen. Immers het aardige aan de toekomst is dat je hem niet kent [3]. Voor je het weet, moeten de doelstellingen tussen vier planken worden afgevoerd. Omgekeerd kun je de omzet-belasting verdedigen met het argument, dat haar opbrengst redelijk stabiel is. En ze is moeilijk te ontlopen. Dat soort observaties telt mee in een tijd, waarin de staat armer wordt. In het afgelopen decennium hebben helaas zowel Duitsland als Frankrijk de BTW verhoogd.
Een interessant debat vindt plaats in Duitsland. Breed in de Duitse samenleving wordt de noodzaak gevoeld om de schulden van alle overheids-lagen af te remmen, met een wettelijke Schuldenbremse. Kennelijk gaat die de verplichting opleggen om het structurele begrotings-tekort van de bond terug te brengen naar 0.35% van het BNP, en van de landen naar 0%. De politieke strijd lijkt zich te beperken tot de mate, waarin de wet een conjuncturele bijsturing toelaat. Immers de schulden-rem dreigt een pro-cyclisch beleid te bevorderen. Dan wordt de remedie erger dan de kwaal. Zuster Anna, ziet gij nog iets komen? In ieder geval lijkt er op Europees niveau een omslag plaats te vinden naar een nieuw politiek-fiscaal paradigma.
Om terug te keren naar het regeer-akkoord, dat deze column heeft opgeroepen: het belasting-plan heeft verwarring gezaaid zowel bij rechtse als linkse stemmers. Het is typisch een product, dat onder de Haagse kaas-stolp is uitgebroed, en wellicht niet meer dan een tussen-station in de zoektocht naar wederzijds vertrouwen. Dat is menselijk. Lege kisten maken twisten. Maar vanuit een democratisch perspectief verdient de bedachte hervorming beslist geen schoonheids-prijs. Ook al haalde men in november snel bakzeil, zij blijft een lange neus naar de kiezer.
Het linkse smaldeel heeft het bijkomende probleem, volgens de Kam, dat het niet beschikt over een coherente visie op een toekomstig belasting-stelsel. En dan is het lastig onderhandelen. Persoonlijk zou ik zeggen, houdt in ieder geval de economische stabilisatoren in stand (progressiviteit, volwaardige uitkeringen). En daarnaast moet de staat toch maar streven naar een anti-cyclische planning, hoe moeilijk ook. Elk ontwikkeld land heeft tegenwoordig wel een plan-bureau, dat daarbij kan helpen [4].
Voetnoten:
[1] Een aardige bak illustreert het dilemma. Een rijke zakenman is bij de belasting-ambtenaar: “Goed, dus ik betaal 35% belasting over mijn inkomsten”. Ambtenaar: “Nonsens, het tarief is 47%”. Zakenman: “Wat valt mij dat van u tegen, dat u marchandeert”.
[2] Citaat van Jan Vanspauwen (Vlaams filosoof): een politicus is iemand die verwacht, dat wij zijn beloftes houden. Of een wat dramatischer citaat van Ignazio Silone (Italiaans auteur): politici zijn acteurs in een theater, waar de souffleurs het duidelijkst spreken. Of komischer, in een citaat van Bobb Bern (Vlaams dichter): in de politiek werpt men parels voor de zijnen.
[3] Citaat van Henriette Roland Holst – van der Schaik: Morgen werd gisteren geschreven.
[4] Een recente publicatie over planning is afkomstig van Dieter Vesper.
Zeker leerzaam onderwerp! Ik zal zeggen dat ik dit niet verwacht had met deze woningmarkt! Bestaat er een manier om me te abonneren op deze onderwerpen?