search
top

Waarom goud geen goed geld was: het proefschrift van Pit Dehing over de Wisselbank van Amsterdam

1. Inleiding. Geld als overdraagbare schuld.

“Er was er eens een koning

En Croesus was zijn naam

Die iets een goed idee vond

En munten is gaan slaan”

Moderne archeologen bevestigen de mededeling van Herodotus dat Croesus of althans iemand uit diens tijd en directe omgeving is begonnen met het slaan van munten. Waarbij dat ‘iets’, dat goede idee, niet het slaan van de allereerste munten als eenheid van geld was. Het was subtieler. In die tijd bestond er namelijk al geld als rekeneenheid, in de vorm van overdraagbare eenheden van schuld, vermoedelijk afkomstig van in klei vastgelegde en in graan uitgedrukte eenheden belastingschuld. Het goede idee was wat anders en bestond uit twee delen. Het eerste was dat je die gestandaardiseerde eenheden kon koppelen aan een gestandaardiseerd metalen rondje waarbij voor dat metaal het lokaal van nature voorkomende electrum werd gebruikt, een natuurlijke mengeling van goud en zilver. Waarbij het tweede deel van het idee was deze koppeling van de gestandaardiseerde monetaire eenheid aan een eenheid van metaal zo handig werd in het gebruik – dat je het goudgehalte kon verlagen en het zilvergehalte kon verhogen. En het bekende ‘Eureka’ verhaal van Archimedes maakt duidelijk dat men in die dagen uitstekend wist hoe men edele metalen moest vermengen! Het op een gestandaardiseerde hoeveelheid metaal stempelen van de eenheid, door de staat, leidde tot een economische revolutie. Herodotus vertelt ons dat de streek van Croesus ook de eerste streek was waar wat wij nu ‘detailhandel’ noemen ontstond: een liquiditeitsverhogende monetaire innovatie als een van de oorzaken van de ontwikkeling van de markteconomie (hoezo, ‘geld is neutraal…’).

2. Geld is nog steeds overdraagbare schuld.
Het recente proefschrift van Pit Dehing, “Geld in Amsterdam“, over de opkomst van de eerste moderne bank in Nederland, bevestigt dit beeld van geld als een ‘Schumpeteriaanse’ innovatie. De bank werd opgericht door de gemeente Amsterdam, tegelijkertijd werden allerlei kleine wisselaars buiten de wet gesteld: geld opnieuw als (her)schepping van de staat. In die tijd wemelde het in Amsterdam van allerlei soorten munten van verschillend gewicht en allooi: onhandig. Waarbij het toenemende aantal transacties en de toenemende omvang hiervan het voor de grote handelaars (die het nodige hadden in te brengen in de gemeenteraad) ook steeds onhandiger maakte om met munten te betalen. De oplossing was de wisselbank. Deze kocht munten in en gaf op de tegenwaarde hiervan giraal geld uit (100% dekking), van een gegarandeerde metaalwaarde (niet: muntwaarde), waarbij de overheden van de Nederlanden de eenheden bepaalde (bais: uiteindelijk de stuiver). Dit girale geld was veel efficiënter en betrouwbaarder om mee te betalen dan de munten. Giraal geld als liquiditeitsverhogende innovatie. Gouden en andere metalen munten waren geen goed, handig, praktisch geld meer, in de nieuwe Amsterdamse economie. Er werd daarom een soort nieuw geld uitgevonden: schuldbewijzen van de wisselbank aan de eigenaren van het metaal. Overdraagbare schuld. Met de staat als degene die het standaardiseert en garandeert, mede omdat de staat het accepteert om belastingen te bepalen en, in bepaalde gevallen, afdwingt als betaling voor handelsschulden en transacties. Ook toen.

Oeps. Dit proefschrift is dus 100% consistent met het Keynesiaanse geldbegrip.

One Response to “Waarom goud geen goed geld was: het proefschrift van Pit Dehing over de Wisselbank van Amsterdam”

  1. Yoep roth zegt:

    Via ‘het gelijk vd koopman’ in de volkskrant ben ik op je blog gekomen. Mijn complimenten voor beide stukken !!

Leave a Reply

top