Hypothecair krediet, utopisch denken en financiële instabiliteit in de Eurozone (3 grafieken)
De belangrijkste ideologische verandering die zich, met name na de komst van Draghi, bij de Europese Centrale Bank (ECB) heeft voltrokken is dat men er niet meer van uit gaat dat de Eurozone een fundamenteel homogene economische ruimte is maar dat nationale verschillen er nog steeds toe doen. Nieuw voor u? Waarschijnlijk niet. Maar wel voor de ECB. Merkwaardig genoeg kan de huidige politiek van de ECB vrijwel geheel begrepen worden door er van uit te gaan dat men deze geïdealiseerde economische ruimte, waar arbeid, kapitaal, goederen en diensten vrij bewegen, waarin volgens de modellen schulden niet belangrijk zijn en geld niet op hol kan slaan en waar managers hun fouten kunnen verbloemen door ondergeschikten te kunnen ontslaan alsnog wil realiseren. Gelooft u mij: dit is het beeld dat telkens weer uit alle speeches van de leden van de uitvoerende raad van de ECB opdoemt. Operatie niet geslaagd? Laat nog een patiënt overlijden! De vraag kan en moet daarom gesteld worden of het goed zou zijn geweest als men eerder afstand had genomen van het utopische denken en, het gezond verstand volgend, meer op nationale verschillen had gelet. Om deze vraag te beantwoorden heb ik gekeken naar de hypothecaire kredietverstrekking op nationaal niveau: waren er in de periode voor de financiële crisis verschillen die dusdanig groot waren dat ze ‘onevenwichtig’ kunnen worden genoemd? De redenen om naar de hypotheken te kijken is dat deze uiteraard een directe relatie hebben met enerzijds de bekende woningbouw- of/en woningprijszeepbellen in landen als Ierland, Nederland en Spanje en anderzijds met het huidige zorgenkindje: de balansen van de banken.Wat blijkt (grafiek 1): gesteld kan worden dat er zeer grote nationale verschillen waren en dat de hypothecaire kredietverstrekking in veel landen een duidelijk zeepbelkarakter had.
Bedenk daarbij dat vrijwel overal hypothecaire schulden de belangrijkste schulden van de private sector, inclusief de bedrijven, van een economie zijn! En dan is 30% groei op jaarbasis absurd (de nationale ECB gegevens, die ik ten lange leste en eindelijk ‘gekraakt’ heb, gaan helaas niet langer terug). Naar nationale verschillen kijken – wat men althans officieel niet deed, bij de ECB, om in het eigen sprookje te kunnen blijven geloven – had alle alarmbellen moeten doen afgaan. Nederland zit er niet bij. Waarom niet? Juist in Nederland werden veel hypothecaire kredieten door banken doorgesluisd naar SPV’s, Special Purpose Vehicles, oftewel allerlei financiële bedrijfjes die deze hypotheken weer verder doorverkochten. Wat betekent dat de hypotheken op de balansen van de banken (MFI’s, Monetair Financiële Instellingen) een grove onderschatting zijn van de totale hypotheekschuld van huishoudens, waarbij dit gehele gebeuren vooral na 1998 op gang is gekomen zodat de groei van de hypotheekportefeuille van de banken de totale hypotheekschuld van huishoudens ook onderschat. Cijfers: in 1998 stond er voor 161 miljard (Euro) aan hypotheken op de balans van de Nederlandse banken en voor 2 miljard op de balansen van SPV’s, in 2011 was dit gestegen tot respectievelijk 372 miljard en 225 miljard (bron: DNB).
Daarnaast kloppen de gegevens van de ECB niet helemaal met die van de DNB (grafiek 2), ik weet niet waarom. Meestal zijn de verschillen verwaarloosbaar klein, eind 2010 echter niet. Hoe zit dat, DNB (mijn taak als blogger is, vind ik, vooral om dit verschil te constateren, niet om het uit te puzzelen)?
Aardig is natuurlijk om de groei van de totale hypotheekschuld van de huishoudens te vergelijken met de verandering van de balanswaarde van de hypotheken op de balans van de banken (grafiek 3).
Ondanks de ineenstorting van de woningmarkt (vooral veel minder verkopen, maar ook enigermate lagere prijzen) neemt deze tot de woningschuld van huishoudens nog steeds toe. Wat aangeeft wat er gaat gebeuren als huishoudens gaan aflossen terwijl tegelijkertijd de bedrijven niet investeren en de overheid fors bezuinigt…”. Alarm!
Conclusie: de ECB heeft, verblind door het geloof in een geïdealiseerde markteconomie, ten onrechte niet naar nationale verschillen gekeken. Ze zaten fout. Wat uiteraard de mogelijkheid openlaat dat het huidige streven om de geïdealiseerde markteconomie alsnog te verwerkelijken ook gebaseerd is op, uiteindelijk hetzelfde, waanidee.
Goed stuk. Is dit waarom de ECB op de handen zit en niet het OMT ten uitvoer brengt, ondanks de spreads in de g’ment bond market?
Even terzijde:
e eerste minister van Estland is blij met wat het nieuwe EU-budget in het vooruitzicht stelt:
“Hence the Baltics require an exception to be made. To sum up, their economic growth – and thus job creation – depends on the investments made with these funds.”
http://news.err.ee/politics/be419cb4-c5e3-489c-803b-a193dc534329
Duidelijker kan het niet gezegd worden. Zijn hele discours over het succes van ‘austerity’ is onzin.