DNB: technologie leidt tot exportsucces. Dus moet Spanje de lonen matigen.
De Nederlandsche Bank heeft een boeiend onderzoek over exportsucces gepubliceerd. Alhier de engelstalige samenvatting en het nederlandstalige persbericht. Engelstalig (en consistent wat onder andere op deze blog telkens weer naar voren wordt gebracht en trouwens ook met de economieboekjes): exportsucces is vooral afhankelijk van technologie, de inkomensgroei van de importerende partner en de reële wisselkoers. Nederlandstalig: Zuid-Europa moet de lonen matigen… Zoek de verschillen:
We investigate to what extent the destination of exports and export composition affect the export performance of euro area countries, using a dataset on exports from euro area countries to their top 20 trade partners for the period 1980-2010. Our analysis shows that European integration has not led to an increase in the share of the core and the northern periphery in the exports of the southern periphery. Our results suggest that a higher share of high tech exports in total exports leads to a higher growth of total exports. Export composition also conditions the effects of the real exchange rate and partner income growth. The effect of the real exchange rate on export growth becomes smaller the higher the share of high tech exports in total exports. The effect of partner income on export growth becomes larger the higher the share of high tech exports in total exports.
De groei van de export van de landen in het eurogebied wordt in belangrijke mate verklaard door de samenstelling van het exportpakket. Zo leidt een hoger aandeel van hoogtechnologische producten tot een hogere exportgroei, aldus onderzoek van de Nederlandsche Bank (DNB). Een verbetering van de prijsconcurrentiepositie werkt bovendien sterker door op de exportgroei naarmate het aandeel van laagtechnologische producten in de export hoger is. Omdat een aanpassing van de samenstelling van het exportpakket een ingrijpend en tijdrovend proces is, kunnen landen met een dergelijk exportpakket een tekort op de lopende rekening aanpakken door een ten opzichte van concurrenten voordeliger prijsstelling.
Investeren moeten we, in Zuid-Europa, zo snel mogelijk. En stages, voor universitaire studenten, vier keer zes maanden bij een 1 jaar langere studie – tegen een habbekratsvergoeding. En hogere lonen, hier (ja, daardoor wordt de reële wisselkoers voor Zuid-Europa lager en anders dan verlagingen daar leidt het ook nog tot extra in plaats van tot minder vraag).
Hier overigens informatie over industrieel succes van verschillende Eurolanden. Italië doet het zo slecht nog niet…