Bedrijfsbezoeken moeten in het scholingsbudget
Ik heb natuurlijk ook fantastische cursussen gedaan, waar ik heel veel geleerd heb van uiterst inspirerende docenten. Toch zal ik niet de enige zijn die zich herkent in de voetbalvader, werkzaam als bankwezen, die zegt dat hij weer naar een cursus in Utrecht gaat, enkel om een ‘vinkje’ op zijn scholingslijst te krijgen. Laten we eerlijk zijn: veel van die cursussen leveren niets op. Maar kosten wel veel. Het kan ook anders. Ik geef onder andere ‘horse economics’. Tijdens dat vak bezoeken we altijd ongeveer 8 bedrijven, van tuigpaardenfokkers die paarden verkopen aan de Amish en piqeurs die op 1 dag heen en weer naar Noord-Frankrijk rijden voor een wedstrijdje tot de commissionair (V) van Totilas en de eigenaresse van een plattelandsmanege. Paardenmelkerijen. Opfokbedrijfen. Enzovoorts. Maar dan zijn de studenten er altijd bij. En die zijn altijd zo uitgevraagd en -gekeken (hoewel we ze nu een vrij professionele krant laten maken van de bezoeken). Nu waren we alleen met een aantal deskundige docenten bij dit laatste bedrijf. We hebben twee uur alleen maar gepraat. En we hadden zo nog vier uur kunnen praten. Over bakbodems. Over betaalsystemen (overgaan van meerrittenkaarten op het ‘sportschoolsysteem’van kwartaalabonnementen leverde netto ongeveer 1.000,– per maand op, met minder werk). Over ontwormingen, resistentie en microscopisch onderzoek van de paardenpoep in eigen beheer. Over klanten (en de o zo handelbare moeders daarvan). Over werkweken van zeven dagen en tien, twaalf uur per dag. Over investeringen. Over vijf- en tienjarenplannen die niet op papier staan maar wel uiterst duidelijk in de hoofden zitten en die aanzienlijk verstandiger zijn dan de meeste strategische plannen van grote bedrijven. En over het grote aantal musjes en het lage aantal zwaluwen dat dit jaar rondvloog. Kijk, daar moeten dus nog wat ‘vinkjes’ bij kunnen komen! Bedrijfsbezoeken moeten in het scholingsbudget!