Krisiskroniek (6). Inkomsten en uitgaven van de Europese overheden gedurende de crisis.
Slechts ongeveer vier jaar na de hevigste economische crisis in vredestijd sinds 83 jaar, waarbij de tekorten in eerste instantie snel en fors opliepen, waren de tekorten van de meeste landen van de EU slechts in bescheiden mate hoger dan het (betrekkelijk lage) niveau van voor de crisis. Het is opmerkelijk dat deze in het algemeen betrekkelijk lage tekorten (Ierland en Spanje en Griekenland zijn de voornaamste uitzonderingen), zeker gezien de snelheid van de afname, zoveel problemen opleveren, temeer daar het totale Eurozonetekort vrij laag is en gezien dat er in het VK en de VS, waar de tekorten veel hoger zijn, veel minder problemen lijken te zijn.
Ik heb de laatste tijd onder het motto: “wat is er nou eigenlijk gebeurd” wat gestoeid met de Eurostat gegevens over de overheidsinkomsten, de overheidsuitgaven en de overheidstekorten. Een deel van die gegevens heb ik al op deze blog gezet, vandaag het totaal (inclusief dus, zij het iets anders gerangschikt, al gepubliceerde gegevens). Nieuw zijn hier vooral de gegevens over de inkomsten en uitgaves. Ik heb landen ingedeeld in niet-euro landen, kern-eurolanden en perifere eurolanden, waarbij ik Litouwen en Letland bij de Euro heb gerekend. Het gaat om de volgende vijf grafieken:
De overheidstekorten net voor de crisis en op hun maximum. ‘Net voor’ is gedefinieerd als de vier kwartalen voordat het tekort van een land begon op te lopen en ‘op hun maximum’ als de vier kwartalen voordat het tekort weer minder werd. Deze periodes verschillen dus per land!
2. De toename van het tekort gedurende de eerste periode van de crisis en de afname na deze periode tot en met het laatste kwartaal van 2011.
3. De toename van de uitgaven van de overheid gedurende de eerste periode en (meestal) de afname daarvan gedurende de tweede periode (tot en met 2011-IV).
4. De toename/afname van de inkomsten van de overheden
5. De totale toename/afname van de inkomsten zowel als de uitgaven
Het volgende beeld ontstaat dan:
1. De tekorten liepen snel en fors op. Gedurende de eerste fase, die voor sommige landen al in 2007 begon, namen de tekorten zeer snel toe. Dit was ook de bedoeling. De ‘automatische stabilisatoren’ zoals werkloosheidsuitkeringen hebben onder meer als doel de inkomens en daarmee de bestedingen op peil te houden! De toename was snel en fors: zeg 6,7% van het BBP +/-2%. Overigens lijken de automatische stabilisatoren gewerkt te hebben. Brender, Gagna en Pisani berekenen dat zonder deze toename van de overheidstekorten de afname van het BBP geen 4 tot 5% geweest zou zijn, maar rond de 20%.. Ik geef toe: een beredeneerde gok, omdat er geen goed vergelijkingsmateriaal is. Maar toch.
2. Maar de tekorten daalden ook snel en fors. Na het dieptepunt van de acute fase van de crisis namen de tekorten overal echter weer snel af. Opmerkelijk is dat dit inderdaad overal was, met uitzondering van Slovenië. Opmerkelijk is ook dat het vermaledijde Griekenland het net zo ‘goed’ deed als landen als Portugal of de Baltische staten, die bejubeld worden vanwege hun inspanningen.
3. De ontwikkeling van de uitgaven. Met uizondering van Bulgarije lag het niveau van de uitgaven aan het eind van 2011 overal nog boven of vrijwel op het niveau van voor de crisis. Desondanks was vrijwel overal sprake van een snelle afname van deze uitgaven, eigenlijk sneller en algemener dan verwacht had mogen worden na de meest hevige crisis in 83 jaar.
4. In het algemeen veranderden de inkomsten betrekkelijk weinig. Met uitzondering van Spanje en Bulgarije en Hongarije waren de veranderingen in het inkomen van de landen beperkt, zeker in de eerste periode. Opmerkelijk is de ontwikkeling in Portugal, waar de lasten sterk toenamen (zeker als we de krimp van de economie meerekenen!) en Estland, waar anders dan in de andere Baltische staten de overheid fors meer belasting ging heffen.
5. Inkomsten en uitgaven gedurende de gehele periode Wanneer de inkomsten en uitgaven gedurende de gehele periode bekijken valt op dat landen als Italie en Griekenland wat betreft inkomsten en uitgaven vrijwel hetzelfde patroon laten zien als Oostenrijk en Duitsland. In Spanje is sprake van een dubbele klap.