De inflatiedefinitie van de ECB: dogma boven wetenschap (vergeleken met de Fed).
Veel economen zijn niet gewend de begrippen die ze gebruiken, zoals ‘markten’, ‘concurrentie’, ‘nut’ of ‘inflatie’ zorgvuldig te definiëren. Zo ook de Europese Centrale Bank, zoals vandaag bleek toen Jorg Asmussen, lid van het bestuur, een speech hield waarin hij stelde dat de inflatie in de Eurozone zo stabiel en laag was geweest, de afgelopen 12 jaar. Hmmm – heeft deze man wel eens naar de prijzen van huizen gekeken, prijzen die volgend de schrijvers op dit blog toch ook deel uitmaken van ‘het prijsniveau’ van een economie en grote invloed hebben op de rest van de economie? En niet alleen volgens ons: ook de Fed, de Centrale Bank van de VS, is het er helemaal mee eens dat de woningprijzen moeten worden meegenomen bij het bepalen van de inflatie. Lees mee, eerst de definitie van de ECB en daarna benadering van de Fed:
De ECB, dogmatisch, star en vanuit een visie redenerend waarin de ECB het centrum van het zonnestelsel is:
“Although the EC Treaty clearly establishes maintaining price stability as the primary objective of the ECB, it does not define what “price stability” actually means. With this in mind, in October 1998, the ECB announced a quantitative definition of price stability. This definition is part of the ECB’s monetary policy strategy“
en
“In October 1998 the Governing Council of the ECB defined price stability as “a year-on-year increase in the Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) for the euro area of below 2%” and added that price stability ”was to be maintained over the medium term”. The Governing Council confirmed this definition in May 2003 following a thorough evaluation of the ECB’s monetary policy strategy. On that occasion, the Governing Council clarified that “in the pursuit of price stability, it aims to maintain inflation rates below but close to 2% over the medium term”.”
Anders gezegd: de consumentenprijzen zijn de maatstaf. En gelooft u me (ik heb ondertussen tientallen speeches gelezen) – dit is echt wat ze telkens weer naar buiten uitdragen. De Fed, daarentegen, erkent dat de wereld ingewikkelder in elkaar zit. Er zijn niet alleen consumentenbestedingen, maar ook investeringen en woningprijzen tellen mee, terwijl veranderingen niet altijd op dezelfde manier gewogen moeten worden. Lees mee:
“Inflation occurs when the prices of goods and services increase over time. Inflation cannot be measured by an increase in the cost of one product or service, or even several products or services. Rather, inflation is a general increase in the overall price level of the goods and services in the economy. Federal Reserve policymakers evaluate changes in inflation by monitoring several different price indexes. A price index measures changes in the price of a group of goods and services. The Fed considers several price indexes because different indexes track different products and services, and because indexes are calculated differently. Therefore, various indexes can send diverse signals about inflation. The Fed often emphasizes the price inflation measure for personal consumption expenditures (PCE), produced by the Department of Commerce, largely because the PCE index covers a wide range of household spending. However, the Fed closely tracks other inflation measures as well, including the consumer price indexes and producer price indexes issued by the Department of Labor. When evaluating the rate of inflation, Federal Reserve policymakers also take the following steps:
•First, because inflation numbers can vary erratically from month to month, policymakers generally consider average inflation over longer periods of time, ranging from a few months to a year or longer.
•Second, policymakers routinely examine the subcategories that make up a broad price index to help determine if a rise in inflation can be attributed to price changes that are likely to be temporary or unique events. Since the Fed’s policy works with a lag, it must make policy based on its best forecast of inflation. Therefore, the Fed must try to determine if an inflation development is likely to persist or not.
•Finally, policymakers examine a variety of “core” inflation measures to help identify inflation trends
Nu lijkt er een verschil te zijn tussen Draghi, die het nog wel eens over ‘kerninflatie’ heeft (de inflatie exclusief energie, die al geruime tijd onder de doelstelling ligt) en iemand als Asmussen, die zelfs niet de suggestie wekt van dergelijke begrippen op de hoogte te zijn. Maar dat doet er feitelijk niet toe. Waar het om gaat is dat de ECB zich, anders dan de Fed, heeft ingemetseld in starre definities en niet durft terug te keren op eerder genomen besluiten uit angst om ongeloofwaardig te zijn – zelfs als daar wel de mogelijkheid voor is. De doelstelling wordt, officieel, bijvoorbeeld elk jaar opnieuw vastgesteld en het is beslist mogelijk voor de ECB de doelstelling te verhogen naar 2,5%. Maar men heeft deze, rechtstreeks van de Centrale Bank van Frankrijk overgenomen, doelstelling nooit durven te veranderen. En hoe geloofwaardig ben je dan?
Hello there, simply changed into aware of your blog thru Google, and discovered that it’s really informative.