search
top

Jan-Kees de Jager zet door!

“De Nederlandsche Bank”. Jan-Kees de Jager keek mistroostig voor zich uit. Hij wist natuurlijk ook wel dat het “Nederlandse” moest zijn en niet “Nederlandsche”.  En hij zou het daar wel een keer met zijn kornuiten van de bank over hebben, als ze weer met hem wilden spreken. Maar eerst moest hij een belangrijkere zaak met ze doornemen. Want wat hadden ze hem een streek geleverd! De mensen van zijn ministerie hadden het hem echt verteld. En die hadden het weer gehoord van een heuse econoom. Als hij, Jan-Kees de Jager, maar ‘geloofwaardig’ was, dan zou de rest vanzelf gaan. Dan zouden ze kunnen bezuinigen zonder dat het problemen opleverde. ‘De goederen- en de arbeidsmarkt zorgen wel voor zichzelf’, zeiden de ambtenaren, als jij maar bezuinigt. Want de mensen zouden dan in hem en in de toekomst geloven en het zou dan niet erg zijn dat ze werkloos werden, en minder gingen verdienen terwijl ze tegelijkertijd hun huis in waarde zouden zien dalen. Immers, als hij, Jan-Kees de Jager, ‘geloofwaardig’ was, dan zouden de kaboutertjes het werk gaan doen. En de economie zou, als vanzelf, in evenwicht komen, volgens de mensen van het ministerie. Kijk, dat vond Jan-Kees nou het aardige van een vak als de economie. Hier waren het de kaboutertjes die het zouden gaan doen terwijl het aan de andere kant van de grote zee, waar volgens zijn moeder de Verenigde Staten van Amerika lagen, het de feetjes waren die het werk deden! Dus hij ging maar door. Ondanks dat zijn kornuiten van de bank nu hadden gezegd dat het niet klopte, wat hij zei. Zijn vriendje Cameron zei trouwens ook dat je pas echt geloofwaardig was als je doorging wanneer iedereen zei dat je fout zat. En al die economen die gingen rekenen en dan zeiden dat het niet waar was, die moest je gewoon niet geloven. Daar waren tenslotte ook Italianen bij, en die kwamen volgens Jan-Kees net als de Grieken uit Zuid-Europa. Doorgaan, daar ging het om.

Maar nu hadden dus zelfs zijn kornuiten van De Nederlandsche Bank hem in de steek gelaten. Logisch, want die waren ook al gaan rekenen. Ze hadden zomaar, na wat gereken, bedacht dat het wel erg zou zijn als mensen werkloos werden en minder gingen verdienen en hun huizen in waarde zagen dalen, dat de kaboutertjes dan helemaal niet zouden komen en dat de mensen dan minder gingen uitgeven en dat het dan niet meer zo goed ging met de economie. Ja, dat haal je de koekoek. Natuurlijk zou het nu minder gaan met de economie. Want doordat de bank dat gezegd had, was hij, Jan-Kees de Jager, niet geloofwaardig meer en dan ging het natuurlijk allemaal mis. Daardoor, en niet door die werkloosheid en de bezuinigingen en zo, ging het fout. En je zag dat nu al. Het consumentenvertrouwen was al gedaald tot een historisch dieptepunt. Allemaal door de bank! Dat voorspelde niet veel goeds. Zeker omdat het Centraal Planbureau het vertrouwen in hem ook al had aangetast.En dat was nog niet alles.  Want ook in Brussel lieten ze hem toch wel schrikken. Had hij niet zelf geijverd voor strenge ambtenaren die, niet gehinderd door die lastige parlementen, andere landen met foute regeringen en luie ambtenaren moesten vertellen wat ze moesten doen. En nu gingen ze zich niet alleen met die andere landen bezig houden, maar ook met Nederland. En dan ook nog, nota bene, met die geweldige hypotheekrenteaftrek. Had je eindelijk eens een regeling die goed werkte – zelf kreeg hij ook elk jaar geld terug en dat was toch een stuk beter dan dat je bij moet betalen – en dan vonden ze dat toch niet goed. Ook dat kwam natuurlijk doordat de bank zijn geloofwaardigheid had ondermijnd. Hij moest dus toch nog maar even doorgaan, met bezuinigen. Want anders was hij niet geloofwaardig. En dan kwam het niet goed, want, volgens economen uit de Verenigde Staten van Amerika was het zo dat “government credibility will cause people to quickly adjust their expectations” en de mensen van zijn ministerie hadden hem verteld dat dat betekende dat hij geloofwaardig moest zijn. Eigenlijk, dacht hij stiekem, was dit ‘hippie-economie’. Als je er maar in geloofde, dan kwam het allemaal wel goed, weet je wel. Dan ging het vanzelf. En hij, Jan-Kees de Jager, was waar iedereen in moest geloven. Jan-Kees voelde zich al een stuk minder mistroostig. Als hij de werkloosheid maar opjoeg, dan kwam het vanzelf wel goed! Hij ging rustig slapen.

Leave a Reply

top