Waarom Quantitative Easing niet zomaar tot geldschepping leidt – een simpel voorbeeld
Wat is geld? Op die vraag zal ik nog terugkomen. Want momenteel hebben economen geld los van ‘schulden’ gedefinieerd. En dat lijkt in toenemende mate een onhoudbare stelling te zijn.
In ieder geval is momenteel de geldhoeveelheid zoals we die in praktische zin meten uiteraard gebaseerd op een aantal afbakeningen en definities. Waarbij ‘Quantitative Easing’, een politiek die in de VS en het VK wordt toegepast om de economie uit het slop te halen, wel tot een toename van de bezittingen van een bank leidt, maar die bezittingen worden niet tot de geldhoeveelheid gerekend. Terwijl het de bedoeling van die Centrale Banken juist is dat die geldhoeveelheid wel toeneemt. Hoe werkt dat?
Jesse Frederik heeft dit al op fraaie wijze boekhoudkundig aangegeven, op deze site. Hier, voor diegenen voor wie boekhouden een gruwel is (de 99%) een niet boekhoudkundig voorbeeld. De geldhoeveelheid bestaat onder meer uit wat economen ‘chartaal geld’ noemen. Anders gezegd: munten en bankbiljetten. Daarnaast staat er bijvoorbeeld nog geld op onze betaalrekeningen: giraal geld. Het voorbeeld gaat uit van chartaal geld.
Voor chartaal geld geldt dat niet alle bankbiljetten tot de geldhoeveelheid worden gerekend. Neem de geldautomaat. Bankbiljetten die in die automaat zitten worden niet tot de geldhoeveelheid gerekend. En terecht niet. Pas op het moment dat ze eruit gehaald worden gaan ze functioneren als betaalmiddel. Wat u eigenlijk doet als u geld uit de automaat haalt is dat u bankbiljetten ‘koopt’ van de bank, die u betaalt met geld van uw rekening. Er gaat 100,– van uw rekening af, u krijgt er voor 100,– aan bankbiljetten voor terug. Pas dan zijn de biljetten betaalmiddel, tot dat moment zijn ze eigendom van de bank en juist geen betaalmiddel maar een te verkopen product.
Wat heeft dit met ‘quantitative easing’ te maken? ‘Quantitative easing’ valt te vergelijken met een politiek van de centrale bank die er toe leidt dat, als het ware, de voorraad bankbiljetten in de geldautomaat toeneemt. Maar dit leidt pas tot een toename van de chartale geldhoeveelheid als ze er ook uitgehaald worden, door u of door mij! En als de banken tien keer zoveel bankbiljetten in de automaat stoppen dan ze gewend waren dan nemen de bezittingen van de banken aan bankbiljetten wel toe, maar als wij allemaal niet meer geld uit de automaat halen dan anders dan maakt dat niets uit voor de geldhoeveelheid. En dat is dus wat er met ‘quantitative easing’ is gebeurd. De banken kregen meer ‘activa’, waarbij de Centrale Banken hoopten dat dit ertoe zou leiden dat mensen ook meer geld op zouden nemen. Maar dat is dus niet gebeurd (en bij overheden is momenteel het omgekeerde het geval). Quantitive easing valt dus in zekere zin te vergelijken met het stoppen van meer geld in de geldautomaat in de hoop dat mensen er meer uit gaan halen. Maar de wereld zit wat ingewikkelder in elkaar….
Een technisch puntje: als ik 100,– uit de automaat haal waardoor mijn (positieve) saldo op mijn betaalrekening omlaag gaat dan stijgt de totale geldhoeveeheidn (chartaal en giraal geld) niet. Ik ruil de ene vorm van geld in tegen de andere. Echter, als ik 100,– uit de automaat haal waardoor ik rood kom te staan (ik leen dan van de bank) dan stijgt de geldhoeveelheid wel, volgens de definities. Wat quantitative easing strikt genomen ook inhoudt is dat de hoge rente op ‘rood staan’ wat lager wordt, zodat mensen dat sneller en meer geld uit de automaat halen (hoopt de Centrale Bank). Maar dat is dus niet helemaal gegaan zoals gehoopt. Overigens ben ik er zelf voor dat mijn rechten om rood te staan (maximum negatief saldo) ook bij de geldhoeveelheid worden gerekend. Ook met dat recht kan ik namelijk betalen! Maar dat is een ander onderwerp.
Mooie post!
Ik ziet het als volgt: Geld is altijd en overal schuld. Het is tegelijkertijd een bezitting en een verplichting. Bankbiljetten zijn verplichtingen van de centrale bank, bankdeposito’s zijn verplichtingen van een commerciële bank. Het hele geldsysteem is een serie van balansen, waarbij het totaal aan bezittingen en verplichtingen altijd gelijk moet zijn.
Kleine opmerking nog Merijn. Banken krijgen niet meer activa door QE, ze verkopen immers ook bezittingen aan de centrale bank. Enige verschil is dat men rentende activa (staatsobligaties bijvoorbeeld) verruilt voor niet-rentende activa (reserves/bankbiljetten). De centrale bank kan nooit netto financiële bezittingen maken, dat kan alleen de overheid.