Grafiek van 18/11/11. Inflatieverschillen in Europa.
Na 2003 voor Ierland en na 2008 voor Spanje waren de verschillen met Duitsland wat betreft de kerninflatie gering of zelfs negatief. Het verhaal dat het vooral inflatieverschillen waren die het concurrentievermogen van Spanje en Ierland hebben aangetast moet dus worden genuanceerd.
In de discussie over de stijging der prijzen spelen op dit moment drie aspecten een grote rol:
1. Het verschil tussen de totale inflatie en de kerninflatie, i.e. de inflatie zonder de (sterk wisselende) energieprijzen. De kerninflatie zou, omdat deze minder sterke korte termijn schommelingen kent, een beter kompas zijn om het inflatiebeleid mee te bepalen dan de totale inflatie.
2. De vergeleken met landen als Nederland en Duitsland hoge inflatie in de ‘perifere’ landen (Ierland, Griekenland, Spanje, Italie) van de Europese Unie die, doordat het prijsniveau steeds hoger werd, tot een uitholling van het concurrentievermogen zou hebben geleid
3. De vraag of het tekort op de lopende rekening van de ‘perifere’ landen moet worden weggewerkt door die landen een politiek van interne devaluatie te laten voeren, dus door de lonen te verlagen, of dat het beter is als een land als Duitsland de lonen verhoogt.
Laten we kijken wat de grafieken hierover zeggen (alle gegevens: Eurostat). Vandaag een grafiek over de verschillen tussen landen in (kern)inflatie, morgen een grafiek over het verschil tussen de totale inflatie en de kerninflatie. Bij het in beeld brengen van de verschillen tussen landen is de kerninflatie genomen omdat deze landen allemaal importeurs van energie zijn, de kerninflatie (die energieprijzen buiten beschouwing laat) is dus een betere maatstaf van de ontwikkeling van de binnenlandse prijsniveau’s.
Opmerkelijk 1: vooral in de jaren voor 2004 waren de verschillen in inflatie inderdaad groot. Na 2004 is er echter nauwelijks verschil tussen de inflatie in Ierland en die in Duitsland of is er, gedurende de crisis, zelfs sprake van een scherpe daling van het prijsniveau in Ierland. En gezien de uiterst teleurstellende ontwikkeling van de Duitse productiviteit in de eenentwintigste eeuw moet het geringe verschil in de ontwikkeling van het prijsniveau geen probleem zijn geweest voor de Ierse bedrijven. Toch slaagt Ierland er – volgens de meest recente gegevens van Eurostat – nog steeds niet goed in om een sterke groei van de export te bewerkstelligen. De inderdaad waarneembare verbetering van de lopende rekening van Ierland is vrijwel uitsluitend veroorzaakt door een afname van de import. Wellicht is het probleem niet alleen het kostenniveau, maar ook het ontbreken van een exportindustrie. En het duurt decennia om een dergelijke industrie op te bouwen (zelfs in het geval van nieuw gevonden olievoorraden duurt het vaak nog jaren!).
Opmerkelijk 2: in Spanje is de werkloosheid momenteel 23% (en stijgend). Toch is daar kennelijk geen sprake van interne devaluatie. Hoewel de inflatie is afgenomen tot Duits niveau is de inflatie nog steeds niet lager dan in Duitsland. Hiermee is Spanje geen uitzondering. Ondanks de torenhoge werkloosheid in landen als Griekenland, Estland en Letland en Litouwen en de politiek van interne devaluatie die daar gevoerd wordt is de inflatie daar vaak zelfs (stukken!) hoger. Interne devaluatie is kennelijk razend moeilijk en een langdurig proces, wie de grafieken van gisteren goed heeft bekeken zal het zijn opgevallen hoe lang Duitsland er met zijn politiek van (milde) interne devaluatie over heeft moeten doen om de langdurige werkloosheid omlaag te brengen!
De optie van hogere lonen in Duitsland (en Nederland en Oostenrijk en Zwitserland en Belgie) wordt daarmee actueel. Maar eigenlijk is zelfs daar momenteel geen tijd meer voor, gezien de ‘bankrun’ die op de perifere landen plaats vindt.
P.S. – Frankrijk kende vrijwel hetzelfde inflatiepatroon als Duitsland, Italie zat tussen Duitsland en Spanje in, Griekenland kende een hogere inflatie.
P.P.S. – Turkije kende een veel, veel hogere inflatie dan Griekenland, maar heeft, omdat het de Euro niet heeft, nu toch veel minder problemen. De Euro heeft werkelijk gefaald.