search
top

Boekhouden en begrotingstekorten

Economische discussies verwateren steeds meer in puur economisch moralisme. Om ons te verlossen van dit soort moralisme is het nuttig om te weten wat een begrotingstekort/overschot impliceert. Boekhoudkunde dicteert namelijk dat, wil de private sector netto sparen, de overheid noodzakelijkerwijs een begrotingstekort moet hebben.

De sectorale balansen benadering
Het nationale inkomen bestaat uit:

Consumptie + Investeringen + Overheidsuitgaven + (Exports – Imports)

Het nationaal inkomen komt uiteindelijk terecht bij huishoudens die het kunnen gebruiken voor:

Consumptie + Spaargelden + Belastingen

Dus:
Consumptie + Investeringen + Overheidsuitgaven + (Exports – Imports) = Consumptie + Spaargelden + Belastingen

Dit is om te schrijven naar:

(Overheidsuitgaven – Belastingen) + (Investeringen – Spaargelden) + (Exports – Imports) = 0

Wat dit wil zeggen is dat elk overschot in één sector moet worden gecompenseerd door een tekort in een andere sector. Dus veronderstellende dat exports – imports = 0, krijgen we:

Overheidsuitgaven – Belastingen = Spaargelden – Investeringen

Wil de binnenlandse private sector dus netto sparen, dan moet de overheid een tekort hebben. Probleem in veel schuldenlanden als Ierland, Spanje en Portugal is dat de private sector zich diep in de schulden heeft gestoken en nu probeert te deleveragen, d.w.z. het probeert weer te sparen. Het is dus noodzakelijk dat de overheid een tekort heeft zodat de private sector in staat wordt gesteld om te sparen. In landen als Spanje en Portugal is het begrotingstekort bovendien nog groter omdat zij ook nog het handelstekort moeten compenseren:

Overheidsuitgaven – Belasting = (Spaargelden – Investeringen) + (Imports – Exports)

Het mooie van de sectorale balansen benadering is dat er geen discussie over mogelijk kan zijn. Dit is geen theorie — het is boekhoudkunde en moet dus per definitie kloppen.

Sectorale balansen in de VS:
In onderstaande grafiek zijn de sectorale balansen van de VS als % van het bbp sinds 1952 weergegeven.

clip_image014

Tot begin jaren ’80 had de VS kleine handelstekorten of zelfs handelsoverschotten (een handelstekort is in de grafiek te zien als een surplus van de externe sector). Begrotingstekorten hoefden daarom minder groot te zijn. Gedurende de jaren ’80 draaide de overheid grote tekorten om zowel de spaarzin van de private sector als het handelstekort te compenseren. Begin jaren ’90 gebeurde er iets vreemds, de binnenlandse private sector begon grote tekorten te hebben (d.w.z. het begon te leveragen). Hierdoor kon de overheid, ondanks het handelstekort, in 2000-2001 een overschot hebben, waarna de economie in een crisis belandde. Het private schuldenfestijn was echter nog niet afgelopen en vanaf 2004 had de private sector opnieuw tekorten. Dit was een onhoudbaar patroon wat uiteindelijk leidde tot de Grote Recessie. Na jarenlang van private tekorten is de private sector nu weer aan het sparen geslagen (deleveraging). Om de private sector te laten sparen moet de overheid wel begrotingstekorten draaien.

Economisch moralisme
De laatste cijfers laten zien dat de Spaanse werkloosheid is opgelopen van 22,2% naar 22,6%, de jeugdwerkloosheid steeg naar 48%. Niettemin gaat de discussie in Europa niet over deze echte verspilling van menselijk kapitaal, maar over excessieve begrotingstekorten. Dit is voor keynesianen, en vooral voor post-keynesianen als mijzelf, deprimerend tot in het extreme. In Europa is Keynes zo dood als een pier en worden discussies over de economie gedomineerd door moralisme.

Met een boekhoudkundige blik op de wereld is een begrotingstekort moreel heel wat minder laakbaar. Een begrotingstekort zorgt ervoor dat wij als burgers in staat worden gesteld om netto te sparen. Door de crisis is de private sector aan het deleveragen, waardoor de keuze heel simpel is: of ieder land in de Eurozone moet een handelsoverschot hebben of er moeten begrotingstekorten zijn. Per definitie kan niet elk land een handelsoverschot hebben, waardoor, willen wij in Nederland ook onze export kunnen afzetten, er wel landen moeten zijn die een begrotingstekort hebben.

Maar is een begrotingstekort wel houdbaar? Kunnen we er altijd mee doorgaan? In de Eurozone niet, maar landen als de VS en Japan zullen nooit hetzelfde probleem hebben als Griekenland, zij kunnen altijd zoveel dollars en Yen maken als ze willen. Het gevaar voor monetair soevereine landen is inflatie, maar nooit insolventie. Dit is waarom de Eurozone een fundamenteel probleem heeft. Europese landen kunnen niet adequaat reageren op de crisis, door het begrotingstekort op te krikken om te compenseren voor de spaarzin van de private sector en zo economische activiteit op peil te houden. Ze zijn afhankelijk van de grillen van de kapitaalmarkten. Dit probleem hebben monetair soevereine landen als de VS en Japan niet, zoals ik in een post op FTM al eens uitlegde. De toekomst ziet er weinig zonnig uit gezien dit monetaire probleem van de Eurozone.

No Responses to “Boekhouden en begrotingstekorten”

  1. […] en uitgaven Zoals ik eerder heb uitgelegd staat tegenover elk overschot een tekort. In de economie zijn de totale uitgaven altijd gelijk aan […]

Leave a Reply

top