Grafiek van 14/12/11. Industriele productie in 4 grote landen na 1991
Ook de jongste gegevens laten zien dat – in tegenstelling tot vrijwel alle andere EU-landen – de industriele productie in Duitsland nog steeds toeneemt. Het Duitse succes is van de laatste jaren. In de periode 1991-2004 deed de Franse industrie het veel beter.
Vandaag (woensdag) heeft Eurostat nieuwe gegevens gepubliceerd over de industriële productie (oktober, geen link want op moment van schrijven was de Eurostat-site niet meer bereikbaar). In september was er een erg sterke daling, in oktober werd deze daling voortgezet – de (stijgende) trend van de afgelopen twee jaar is daarmee doorbroken. Het is van belang deze trendbreuk in een wat langer tijdsperspectief te plaatsen en per land te bekijken. De opmerkelijk positieve Duitse ontwikkeling tekent zich dan nog sterker af. Maar ook wordt duidelijk dat deze ontwikkeling iets van de laatste jaren is – eigenlijk is de negatieve ontwikkeling van de Franse productie zeker zo opmerkelijk, net als het achterblijven van het Verenigd Koninkrijk en Italië. Dit wordt wel geweten aan hoge loonkosten in deze landen – maar de industriële lonen zijn er lager dan in Duitsland (in Italië zelfs ongeveer de helft). Wellicht dat Italië andere problemen heeft. Gros wijst erop dat eigenlijk alles basisvoorwaarden voor economische groei er de laatste jaren tamelijk tot zeer gunstig zijn geweest – op slechts een aspect na. De overheid werd, volgens de cijfers daarover, steeds corrupter… Het geloof in de ‘confidence fairy’ (het verhaal van politici als Monti maar ook Cameron van Engeland dat door ferme bezuinigingen weliswaar de overheidsbestedingen verminderen maar dat dit meer dan goedgemaakt wordt doordat deze bezuinigingen tot zoveel enthousiasme en vertrouwen van consumenten en met name bedrijven leiden dat de stijgende consumptie en toenemende investeringen dit ruimschoots compenseren) van de huidige Italiaanse premier Monti wordt daarmee wel erg navrant. Uiteraard is vertrouwen belangrijk, zeker als het om investeringen gaat. Dat is niet de kwestie. Maar bezuinigen – dat wekt geen vertrouwen in de hand. Om vertrouwen te wekken zal Monti, als Gros gelijk heeft, de hele corrupte Berlusconi-cultuur moeten veranderen. En is dat project in goede handen bij de zoveelste voormalige Goldman Sachs medewerker die een van de topbanen in de EU toegespeeld krijgt?
Er zijn een aantal redenen waarom de industriele productie altijd veel aandacht krijgt van economen. De eerste is dat fysieke productie goed te meten valt. De tweede is dat zeker duurzame goederen en investeringsgoederen sterk conjunctuurgevoelig zijn. De derde is dat het een belangrijke sector van de economie is (waarbij onderscheid gemaakt moet worden tussen de nijverheid (‘industry’) die ook de mijnbouw en gas- en waterbedrijven omvat en de industrie (‘manufacturing’) die de goederenproducerende sector omvant. Het gaat hier om de nijverheid.