search
top

5,5 jaar crisis. Keynes zat fout. Er is zelfs geen evenwicht op laag niveau…

Sinds ruim twee jaar ben ik intensief bezig met het bestuderen van de Europese statistieken, waarbij ik wat meer dan vaak gebruikelijk naar de individuele landen van de EU kijk. Bijvoorbeeld de ECB heeft het heel lang letterlijk vertikt om dit te doen… wat tot grote beleidsfouten aldaar heeft geleid. Dat is een van de lessen van de crisis: landen doen er toe. Een andere is natuurlijk dat een zelfstandige munt een zelfstandige munt nodig heeft, zoals critici van de Euro in allerlei toonaarden hebben aangegeven. En wat nu ook blijkt uit alle pogingen met name de Eurozone meer het karakter van een, ondemocratische, zelfstandige staat te geven met een centrale bank die zijn mandaat steeds meer oprekt richting structuur- en fiscaal beleid (en dan bedoel ik niet de doodnormale ‘open markt politiek’, het opkopen en verkopen van staatsobligaties op de secundaire markt, die nu merkwaardigerwijze taboe is verklaard, maar juist de conditionaliteit die nu aan dergelijke ingrepen wordt verbonden). Zijn er meer lessen die de crisis ons geleerd heeft?

1. De crisis is nog in volle gang en Keynes zat fout. Zijn fundamentele inzicht dat er in een monetaire markteconomie sprake kan zijn van evenwicht op laag niveau klopt niet. Zelfs op laag niveau hoeft in een ‘gouden standaard’ omgeving als de Eurozone althans regionaal geen sprake te zijn van evenwicht. Zie de banengrafieken van Spanje, Griekenland en Portugal en Ierland (gezien de vooruitzichten voor 2013 is de iets geringere banendaling in Ierland geen voorbode van stabilisatie). De landen vallen niet over één kam te scheren. De initiële banendaling in Ierland en Spanje was gerelateerd aan het knappen van een gigantische bubbel. En daar valt weinig tegen te doen. Maar de daling gaat nog steeds door, er is nu duidelijk sprake van versnelde banendaling in sectoren buiten de bouwnijverheid en aanpalende industrie.

Keynes was wrong

1. Het begin. De crisis begint voor mij in juli 1997. In die maand zie ik voor het eerst een ongewoon grote afname van de geldhoeveelheid in Ierland, die gezien de vergelijkbare ontwikkelingen in de navolgende maanden geen een structurele ontwikkeling aangeeft. Dit is iets eerder dan het vaak genoemde moment in september 2007, toen het vertrouwen van de banken in de interbancaire markt (herstel: het vertrouwen van banken in elkaar) opeens wegviel en er een zichzelf versterkende kettingreactie van verder vertrouwensverlies ontstond. Anders dan veel economen denken of wensen speelt geld een onafhankelijke rol in de economie! Duhhh…

2. De aanloop verliep razendsnel. Voor een begin van een crisis is er een aanloop. En hoewel structurele problemen, zoals de ontwikkeling van gedereguleerde internationale kapitaalstromen in combinatie met nationaal gegarandeerde banken, veel verder teruggaan valt op hoe snel bijvoorbeeld de enorm grote onevenwichtigheden op de betalingsbalansen van veel Europese landen ontstonden. In 2003 was er geen werkelijk probleem, in 2006 en 2006 waren er tekorten die opliepen tot 15, 20 en soms zelfs tot een onvoorstelbare 30% van het BBP (Bruto Binnenlandse productie). Die 30% is zo onvoorstelbaar omdat grote delen van het BBP, zoals de productie van de overheid of de hele sector ‘wonen’ en ‘detailhandel’ vrijwel per definitie binnenlands is. Als we een andere maatstaf nemen, zoals export van goederen en diensten versus import van goederen en diensten (de lopende rekening, een iets breder begrip nog dan hier aangegeven, waarbij toerisme onder diensten valt), dan blijkt voor Griekenland dat (vanuit een al problematische positie!) het in twee jaar tijd totaal mis ging.

exportimport

3. De ‘aanloop’ was een internationaal gebeuren: in zeer veel landen zien we exact hetzelfde gebeuren wat in Spanje en Griekenland gebeurde. Zie voor de Oost-Europese landen (ook de niet EU landen) hiervoor dit IMF rapport van onder andere mijn oude Groningse makker Karl Driessen.

4. De aanloop werd in hoge mate actief gefinancierd door banken uit de kernlanden van de EU en Italië, zie de vorige link: de wereld werd overspoeld met goedkoop, ‘makkelijk’ krediet. Nederland speelde een betrekkelijk bescheiden rol, Oostenrijk en Zweden in bepaalde landen een opmerkelijk grote rol. De belangrijkste bank in Oost-Europa was volgens dit rapport het Italiaanse (!) Unicredit, dat volgens zijn website inderdaad opereert in: “The Group operates in the following countries: Austria, Azerbaijan, Bosnia and Herzegovina, Bulgaria, Croatia, the Czech Republic, Estonia, Germany, Italy, Kazakhstan, Kyrgyzstan, Latvia, Lithuania, Poland, Romania, Russia, Serbia, Slovakia, Slovenia, Turkey, Ukraine and Hungary.”. Anders gesteld: de kredietkraan werd door ons wijd open gezet.

5. Verwacht het onverwachte. Maar na het ‘Minsky moment’ rond juli 2007 ging het mis. Onvoorstelbaar mis, letterlijk. De woningbouw in Ierland is gedaald tot 7% van het piekniveau. De productie in de Ierse bouwnijverheid is, in sectoren, een tijd lang voor 50% ‘gefinancierd’ met verliezen van de bedrijven. De werkloosheid in Spanje is 26% en kan oplopen tot 30% of zelfs meer, de brede werkloosheid wellicht zelfs tot 35%. In Griekenland is een kwart en lijkt een derde van alle banen te gaan verdwijnen. En zelfs een Keynesiaans ‘laag niveau’ evenwicht in deze landen lijkt, anders dan in Ierland en de Baltische staten, nog niet in zicht, in spanje stijgt de werkloosheid nu onafgebronken (tweemaandsvoortschrijdend seizoesngecorrigeerd gemiddelde) al vijfeneenhalf jaar. En recent is het stijgingstempo weer gestegen. De geldhoeveelheid in landen als Ierland en Griekenland is met 30 tot 40% gedaald, waarbij de schulden die eerst tot een vergelijkbare geldcreatie hebben geleid in ieder geval aan de crediteurenkant wel grotendeels blijven (aan de debiteurenkant worden ze met behulp van overheidssteun afgeboekt en bij de reserves gevoegd). De inflatie wordt steeds lager, nemen de woningprijzen mee dan is sprake van deflatie.

6. Toen het kapitaal weer terugstroomde werd, met volledige en actieve steun van de ECB, onverkort gekozen voor de crediteurs. Er lijkt daarmee een eind te zijn gekomen aan een periode van zestig jaar waarin de overheid als een belangrijke taak zag om de vraag op een hoog, welvaartsbevorderend peil te houden. De renteniers hebben de macht overgenomen, beschermen van kapitaal is belangrijker geworden dan werkgelegenheid en welvaart. De beste grafiek die ik daarover ken is die van de totale geldhoeveelheid in de Eurozone. Er valt heel veel over deze grafiek te zeggen, zoals het feit dat de snelle groei voorafgaande aan 2008 leidde tot en gebaseerd was op de woningprijszeepbel: een klassiek verhaal waarbij micro-economische waardestijging van bestaande zaken werd verward met welvaartsstijging op macro-niveau. Door de woningprijsstijgingen werden die woningen echt niet beter (overigens: wanneer komen die Ieren en Spanjaarden en Groningers (Blauwe stad) er eindelijk achter dat het soms profijtelijk is met negatieve prijzen te werken: subsidie voor buitenlanders die die woningen afbouwen, in de vorm van een depot van 100.000,– waar ze later als het huis af is 120.000,– van terug krijgen). Maar dat allemaal terzijde: behalve Mario Draghi (die op dit gebied een enigermate Friedmaniaans standpunt inneemt: lage geldgroei is een teken van een krap monetair beleid) lijkt niemand de significantie van de breuk in 2008 te beseffen. Integendeel – men roept in Nederland op tot aflossen door particulieren en bezuinigen door de overheid. Nu heeft Nederland een schuldenprobleem. Maar, de ‘paradox of thrift’, dat los je niet op door allemaal tegelijk te gaan bezuinigen.

browseChart

Chartalistische ideeën over de economie bleken juist. ‘Chartalistisch’ is kortgezegd het idee dat geld een rol speelt in de econmie. Duhhh… Maar ‘normale’ economen hebben de afgelopen decennia de macro-economie net zo gemodelleerd als de simpele aanbod- en vraagmodellen in de boekjes: zonder geld. Gelukkig zijn er ook minder normale economen. Monetaristen laten schulden weliswaar en opmerkelijk genoeg buiten beschouwing en kunnen daarom geen chartalistische economen worden genoemd – maar in ieder geval vinden ze geld belangrijk (opmerkelijk in de zeer bekende rede van Friedman uit 1968 is enerzijds zijn geloof in de almacht van een centrale bank en anderzijds zijn volstrekte verwaarlozing van het begrip ‘schuld’, zowel als zijn a-wetenschappelijke geloof in niet waarneembare zaken zoals een ‘natuurlijke rente’ en ‘natuurlijke werkloosheid’). Oostenrijkse economen en Post-Keynesianen (die van ‘gewone’ Keynesianen verschillen doordat ze beter kunnen boekhouden en net als Keynes ervan uitgaan dat geld meer is dan een ‘sluier’ over de transacties van de werkelijke economie) vinden dat ook maar zien tevens het belang in van kredietverlening in de economie: dat kan zeker in combinatie met inflatoire prijsstijgingen van bestaande goederen en waardepapieren, zoals goud, woningen of effecten, leiden tot onevenwichtigheden en (maar dat willen de Oostenrijkers dan weer niet weten) het leidt ook tot nieuwe economische eenheden, namelijk een combinatie van crediteur en debiteur. Denk aan Griekenland en de rest van de EZ landen, die kennelijk nogal onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Al deze stromingen deden het wat betreft het waarschuwen voor de instabiliteiten en de duiding van de crisis beter dan de ‘gewone’ economen die meenden dat ‘geld eigenlijk geen rol speelt’ als (1) de inflatie maar laag en stabiel is, (2) er gedereguleerde kapitaalmarkten in zijn, (3) in combinatie met een zelfverzekerde president van de centrale bank die zegt dat hij desnoods de rente tot 20% zal opjagen om de inflatie te bestrijden genoeg is voor financiële stabiliteit. Foutje…. Deze mix leidde juist tot de onevenwichtigheden, zoals het duidelijkst wordt aangegeven door de Post-Keynesianen.

Het is de schuld van de ECB En de ECB heeft daar vrolijk aan bijgedragen, door (totdat Draghi het roer overnam) te weigeren naar individuele landen te kijken en ervan uit te gaan dat tekorten op bijvoorbeeld de lopende rekening geen rol meer speelden. De gedereguleerde financiële markten zouden dat varkentje wel wassen. Maar die markten lieten zich op het verkeerde been zetten door Trichet en gingen, toen ze daarachter kwamen, het varkentje niet wassen maar zo snel mogelijk kelen en uitbenen, redden wat je redden kan, ik wil ook dit jaar nog mijn bonus, en dit alles werd gefinancierd door de overheden.

Macro is troef in een ‘balance sheet crisis’. De voorbeelden van Denemarken (doet het slecht met zijn zwaar overgewaardeerde munt) versus Zweden (doet het relatief erg goed, door tijdelijke devaluatie) en de Baltische staten (doen het slecht) versus Polen (doet het relatief erg goed) geven aan dat in de huidige omstandigheden aanbodgericht beleid niet werkt. Nou ja, aanbodgericht beleid – daar versta ik toch vooral beleid onder gericht op vooruitgang, technisch, organisatorisch en op het gebied van aanbodgerichte regelgeving die bijvoorbeeld het ontstaan van woningprijszeepbellen en overmatige schulden moet voorkomen. Let wel: Denemarken en de Baltische staten staan bekend om hun, volgens de boekjes, uitermate efficiënte regelgeving op economisch gebied en hun ‘hard geld politiek’. Desondanks (of juist daardoor?) hebben ze het erg slecht gedaan (daar is wat betreft de Baltische staten discussie over, maar deze staten zitten nog steeds ver onder de potentiële productie en bij werkelijk succes zou de netto export zowel als de industriële productie veel en veel sneller moeten toenemen dan nu). Overigens is dit een andere manier om te zeggen dat geld een onafhankelijke rol speelt, in de economie.

We denken niet goed na over schulden. De schuld die het pensioenfonds aan mij heeft wordt, onder aanvoering van De Nederlandsche Bank, verminderd. Maar schulden die huishoudens aan banken hebben worden, onder aanvoering van De Nederlandsche Bank, heilig verklaard.

Loonstijging in de Eurozone vanaf 2008: in Nederland opmerkelijk laag.

Naar aanleiding van enig gekibbel op Twitter nogmaals de vraag: is er in Nederland nou sprake van een hoge of een lage loonstijging. Eerder heb ik op deze blog al naar de gegevens van het laatste jaar verwezen, maar dat is slechts 1 jaar. Nu de laatste gegevens, vergeleken met 2008. De grafiek geeft enkel de lonen in de ‘business-sector’ van de economie weer, dus zonder onderwijs, bestuur en gezien de Eurostat definitie van deze sector, o.a. grote delen van bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Uiteraard heeft Robin Fransman hier al het een en ander over gezegd, dit blijkt zijn mening te ondersteunen, voor de discussie verwijs ik u naar zijn artikel. Wat de gegevens betreft: in Nederland is als je naar de gegevens van de laatste vier kwartalen kijkt (2011-IV – 2012-III) echt geen sprake van een hoge loonstijging, integendeel. De loonstijging is lager dan in welk Eurozone land (dan wel landen met een ‘Euroklink’) dan ook, met uitzondering van een aantal landen waar een extreme economische crisis (meer dan 10% teruggang van het BBP) optrad of optreedt. Inderdaad, het verschil met Duitsland is beperkt maar toch aanwezig en momenteel stijgen de lonen daar sneller dan bij ons, de 6% verschil in vier jaar met bijvoorbeeld België en Oostenrijk is echt aanzienlijk. En zelfs in Spanje en Denemarken (met zijn overgewaardeerde munt) was de stijging hoger.

Lonen

De Nederlandse huizenmarkt: de Ierse ‘oplossing’ kan al niet meer…

U weet natuurlijk dat de Nederlandse, Duitse, Ierse, Spaanse en nog heel wat andere banken de afgelopen jaren vele, vele tientallen miljarden aan overheidssteun hebben gehad. En dat hoewel ECB die steun niet bij het overheidstekort optelde deze wel degelijk een van de voornaamste redenen is waarom de overheidsschulden in de genoemde landen zo opgelopen zijn (eerlijk is eerlijk: door terugbetalingen liep de schuld na 2008/2009 in Nederland dus minder snel op dan het tekort aangaf). Toch heeft deze steun het werkelijke probleem niet opgelost: nog steeds zitten veel huishoudens in Ierland, Nederland en Spanje (minder in Duitsland) met te hoge (hypotheek)schulden. Wat er op dit moment in Ierland ertoe leidt dat steeds meer mensen achter raken met het betalen van hun hypotheek (grafiek 1, uit deze bron). En hoe lost men het probleem op? Meestal door de hypotheken om te zetten in aflossingsvrije of grotendeels aflossingsvrije hypotheken (grafiek 2). Kerstraadsel: zou er ook een land zijn in Europa waar dat al niet meer mogelijk is? En o ja, ziet u bovenaan grafiek 2 dat hele dunne taartpuntje? Dat zijn de 0,2% van de hypotheken waarvan de rente verlaagd is… (ondanks het feit dat de ECB het renteniveau dat de banken zelf moeten betalen al jaren heel erg laag houdt). Wat natuurlijk wel zou kunnen is dat we net als de Ieren de achterstanden bij de schuld gaan optellen. Maar of dat de problemen gaat oplossen, bij stijgende werkloosheid… Alles moet flexibeler, van de ECB en De Nederlandsche Bank, behalve de schulden zelf. Nou ja, tenzij het natuurlijk schulden zijn van pensioenfondsen aan huidige of toekomstige gepensioneerden, dan wordt wel rekening gehouden met verminderde betaalcapaciteit.

Grafiek 1. Aantal Ierse hypotheken met meer dan 90 dagen betalingsachterstand.
Ìers1

Grafiek 2. Herstructureringsoplossingen voor hypotheken met een betalingsachterstand.

Iers2

Beste Stef, alleen een stijging van de totale bestedingen biedt soelaas

In De Volkskrant van vandaag staat een interview met de minister van Wonen en Rijksdienst, Stef Blok.

Uit dit artikel wordt duidelijk dat:

A. Door het huidige beleid het vertrouwen van woningbouwcorporaties ondertussen dusdanig gedaald is dat tientallen nieuwbouwprojecten worden afgelast.
B. Het CPB met een woningmarktmodel werkt waarin de wonigprijzen elk jaar met 1% stijgen (zal wel reeel zijn, betekent dus nominaal 3%). Zie hierover onder andere dit artikel mijnerzijds van alweer twee jaar geleden, waarin wordt betoogd dat dit soort aannames zijn gebaseerd op econometrische schattingen van de woningmarkt die ten onrechte de kapitaalmarkt (de financiering van de hypotheken) verwaarlozen. Tot 2008 kon dat (nou ja, eigenlijk ook niet, maar omdat er nog geen ‘Mynski-moment’ was geweest leek het of het kon), daarna niet meer.

Maar het blijkt ook dat er geen benul is van de rol van bestedingen in een economie zoals die bijvoorbeeld in de nationale rekeningen wordt gemeten (dus niet: verondersteld, nee, gemeten). Ik citeer:

‘Woningcorporaties, de SP en ook huurderverenigingen willen die heffing inruilen voor investeringsverplichtingen. Dat levert de staatskas evenveel op aan btw, en de economie veel meer huizen en werk voor bouwvakkers. Ziet u daar iets in?
Dat is een klassieke discussie over de vraag of je een land uit de recessie kunt halen door meer uit te geven. Ik denk zelf dat het niet zo werkt. Maar ik zeg: werk je plan uit, laat het doorrekenen en als het blijkt te kloppen zalik er geinteresseerd naar kijken. Zover zijn we echter nog lang niet. Ze kunne het geld ook binnenhalen door een deel van hun bezit te verkopen’

In een situatie waarin al projecten worden afgeblazen wordt dus met zoveel woorden gesteld dat dat geen verdiepend effect heeft op de huidige crisis…

Maar beste meneer Blok: recessies worden altijd en overal
enkel beëindigd doordat er meer wordt uitgegeven. En nooit doordat spaargelden niet meer worden geïnvesteerd of doordat inkomens worden afgeroomd om de overheidsschulden af te lossen.

Dat hoeven geen overheidsuitgaven te zijn. Het kunnen ook bedrijfsinvesteringen of exporten of consumentenbestedingen zijn. De grote bijdrage van Keynes aan de economie was niet wat wij nu Keynesiaans denken noemen. Nee. Het was de (aan de destijds embryonale nationale rekeningen ontleende) introductie van het idee van ‘de circulaire stroom van het geld’ in de economie: inkomen wordt besteed en leidt tot productie die weer tot inkomen leidt. En de nationale rekeningen geven in detail weer hoe dat werkt. Waarbij, in een monetaire economie, die stroom kan haperen, door dat consumenten het geld vasthouden (minder consumptie of aflossen van leningen), doordat bedrijven het geld vasthouden (minder investeringen (inclusief woningbouw) of aflossen van leningen), omdat de export stagneert of omdat de overheid minder gaat besteden. Of (zoals nu, met uitzondering van de export) een combinatie van deze zaken. Maar hoe dan ook: als die stroom hapert – dan moet die stroom weer op gang komen. En wat u doet is het omgekeerde – eigenlijk een klassiek voorbeeld van wat economen ‘crowding out’ noemen, overheidsbestedingen die particuliere bestedingen verdringen. Of eigenlijk, in dit geval, belastingen die particuliere bestedingen onmogelijk maken. Een politiek die overigens haaks staat op de lage rente politiek van de ECB, die er vanuit de gedachtengang van de circulaire stroom van het geld juist op gericht is de particuliere investeringen en bestedingen te doen toenemen!

En, meneer Blok, ik weet dat er economen zijn (de zogeheten ‘Freshwater’ economen) die alles uit de kast halen om te bewijzen dat de circulaire rondgang van het geld niet van belang is: “Ricardian equivalence”, het weglaten van geld uit de modellen (werkelijk!), het veronachtzamen van de rol van schulden in de economie, ‘Intertemporal optimization’ – allerlei denkstrategieën die moeten bewijzen dat als er nu minder (meer) wordt uitgegeven er later meer (minder) wordt uitgegeven, waarbij het nu minder (meer) uitgeven per definitie wordt gezien als een rationele keuze. Deze strategie blijkt echter alleen te lukken als we geld finaal uit de modellen wegdefiniëren. En dat zal u, als voormalig bankier, toch een wat onzalig idee vinden! Hoewel we (en daar heeft u blijkens het interview met uw neus bovenop gestaan toen u bankier was) uiteraard wel moeten waken voor geldcreatie die slechts tot inflatoire prijsstijgingen van de woningvoorraad leiden – wat economen van het CPB die van de Freshwater-economen geleerd hebben dat je geld en schulden mag verwaarlozen dan weer leidt tot absurede aannames in hun modellen. U kunt ze op dat gebied nog wel een lesje leren!

Waarom goud geen goed geld was: het proefschrift van Pit Dehing over de Wisselbank van Amsterdam

1. Inleiding. Geld als overdraagbare schuld.

“Er was er eens een koning

En Croesus was zijn naam

Die iets een goed idee vond

En munten is gaan slaan”

Moderne archeologen bevestigen de mededeling van Herodotus dat Croesus of althans iemand uit diens tijd en directe omgeving is begonnen met het slaan van munten. Waarbij dat ‘iets’, dat goede idee, niet het slaan van de allereerste munten als eenheid van geld was. Het was subtieler. In die tijd bestond er namelijk al geld als rekeneenheid, in de vorm van overdraagbare eenheden van schuld, vermoedelijk afkomstig van in klei vastgelegde en in graan uitgedrukte eenheden belastingschuld. Het goede idee was wat anders en bestond uit twee delen. Het eerste was dat je die gestandaardiseerde eenheden kon koppelen aan een gestandaardiseerd metalen rondje waarbij voor dat metaal het lokaal van nature voorkomende electrum werd gebruikt, een natuurlijke mengeling van goud en zilver. Waarbij het tweede deel van het idee was deze koppeling van de gestandaardiseerde monetaire eenheid aan een eenheid van metaal zo handig werd in het gebruik – dat je het goudgehalte kon verlagen en het zilvergehalte kon verhogen. En het bekende ‘Eureka’ verhaal van Archimedes maakt duidelijk dat men in die dagen uitstekend wist hoe men edele metalen moest vermengen! Het op een gestandaardiseerde hoeveelheid metaal stempelen van de eenheid, door de staat, leidde tot een economische revolutie. Herodotus vertelt ons dat de streek van Croesus ook de eerste streek was waar wat wij nu ‘detailhandel’ noemen ontstond: een liquiditeitsverhogende monetaire innovatie als een van de oorzaken van de ontwikkeling van de markteconomie (hoezo, ‘geld is neutraal…’).

2. Geld is nog steeds overdraagbare schuld.
Het recente proefschrift van Pit Dehing, “Geld in Amsterdam“, over de opkomst van de eerste moderne bank in Nederland, bevestigt dit beeld van geld als een ‘Schumpeteriaanse’ innovatie. De bank werd opgericht door de gemeente Amsterdam, tegelijkertijd werden allerlei kleine wisselaars buiten de wet gesteld: geld opnieuw als (her)schepping van de staat. In die tijd wemelde het in Amsterdam van allerlei soorten munten van verschillend gewicht en allooi: onhandig. Waarbij het toenemende aantal transacties en de toenemende omvang hiervan het voor de grote handelaars (die het nodige hadden in te brengen in de gemeenteraad) ook steeds onhandiger maakte om met munten te betalen. De oplossing was de wisselbank. Deze kocht munten in en gaf op de tegenwaarde hiervan giraal geld uit (100% dekking), van een gegarandeerde metaalwaarde (niet: muntwaarde), waarbij de overheden van de Nederlanden de eenheden bepaalde (bais: uiteindelijk de stuiver). Dit girale geld was veel efficiënter en betrouwbaarder om mee te betalen dan de munten. Giraal geld als liquiditeitsverhogende innovatie. Gouden en andere metalen munten waren geen goed, handig, praktisch geld meer, in de nieuwe Amsterdamse economie. Er werd daarom een soort nieuw geld uitgevonden: schuldbewijzen van de wisselbank aan de eigenaren van het metaal. Overdraagbare schuld. Met de staat als degene die het standaardiseert en garandeert, mede omdat de staat het accepteert om belastingen te bepalen en, in bepaalde gevallen, afdwingt als betaling voor handelsschulden en transacties. Ook toen.

Oeps. Dit proefschrift is dus 100% consistent met het Keynesiaanse geldbegrip.

Page 2 of 41234
top