REPO’s als gebruikelijk financieel instrument, Friesland, 1540.
Een REPO is een financieel instrument. Dat klinkt ingewikkeld. Maar dat is het niet. Het is te vergelijken met het aloude pandjeshuis. Je beleent een kostbaarheid, je krijgt daar wat geld voor en je betaalt dat later terug, met rente. Alleen beleen je bij een REPO geen fysieke kostbaarheid maar een financieel bezit. Er wordt wel gezegd dat dit soort financiele instrumenten nieuw zijn. Maar dat zijn ze niet. Evenmin als het pandjeshuis. Een voorbeeld uit Friesland, 1540 (mijn vertaling naar modern Nederlands, archiefstuk Hen-37-236I via :http://www.hennaerderadeel.nl/pages/sub/3/27349/Amswert.html)
Lolcke Hette zoon heeft aan Foecke Goffe zoon en Douue Reijn zoon, als voogden van de kinderen van Hijlck en Bernardus Jouck Sibes, een gulden rente uit zijn landen in de boerderij te Answert verkocht voor 20 gouden florenen op terugkoop van vijf jaren, volgens kwitantie van 17 april 1540.
De voogden van de weeskinderen kopen dus, met 20,– aan geld uit de boedel, voor vijf jaar een deel van de pachtopbrengst van de boerderij ter waarde van 1,– en krijgen de garantie dat ze dit recht in naam van de wezen over vijf jaar weer kunnen verkopen aan de kopers. Het lijkt erg op een lening aan Lolcke, maar ‘gewoon’ lenen op rente mocht niet, van de kerk. Officieel was dit geen interest, maar pacht (vergelijk het engelse woord ‘rent’). Daarnaast was de transactie aan het land gebonden en niet aan de persoon: als het land werd verkocht dan werd deze desti9jds zeer gebruikelijke REPO meeverkocht aan de nieuwe eigenaar. Hoe dan ook: REPO’s zijn net zo min modern als het pandjeshuis.
Beste Merijn Knibbe,
Deze constructie komt vaak voor in de 16e eeuw. Zo valt mij verder ook op dat de eigendomsconstructie van veel zaetes in de 16e eeuw, met het onverdeelde bezit van de zaete over meerdere eigenaren “over hoog en laag” en met de lasten pro rato verdeeld, niets anders is dan een aandelen constructie. Van aandelen wordt gedacht dat die met de VOC zijn ontstaan maar veel grondakten wijzen op een veel oudere oorsprong.
Met vr. groet,
Paul Borghaerts