jan 6, 2013
Posted by MerijnKnibbe on jan 6, 2013 | 1 comment
Momenteel is er een discussie gaande over de hoogte van de zogeheten ‘multiplier’. Inhoudelijk komt deze discussie er uiteindelijk op neer of, wanneer de overheid bezuinigt, huishoudens, bedrijven en ook (zeker in Nederland) bijvoorbeeld pensioenfondsen dit compenseren door uit hun verminderde inkomen meer te gaan besteden, iets wat enkel mogelijk is als ze minder gaan sparen dan wel meer gaan lenen. We zullen hier enkel gegevens over het ‘lenen’ presenteren. En die geven overduidelijk aan dat in landen waar de overheid fors bezuinigt huishoudens en bedrijven dit in ieder geval niet compenseren door meer te gaan lenen. Intengedeel. Ze gaan aflossen. Wat, technisch gesproken, een argument is voor een Keynesiaanse multiplier die hoger is dan 1. Als de overheid 10 miljard bezuinigt dan zorgen bezuinigingen door bedrijven en huishoudens ervoor dat de totale bestedingsvermindering hoger is dan 10 miljard.
P.S. – toevallig had ik vanochtend eindelijk, eindelijk een gegevens bestand gevonden waar al deze gegevens netjes bij elkaar staan. Let vooral op de daar genoemde bronnen, de ECB doet dit niet zelf, kennelijk.
jan 3, 2013
Posted by MerijnKnibbe on jan 3, 2013 | 0 comments
Update Hieronder spreek ik mijn verbazing uit over de hoge recente geldgroei in Duitsland aan de ene kant en ook over de grote bijdrage van ‘het buitenland’ aan de gemiddelde geldgroei in de EU. En dat zou eigenlijk dus wel eens een grote bijdrage van ‘het buitenland’ aan die geldgroei in Duitsland kunnen zijn. Overigens: ons grotere probleem blijft de geldkrimp in Griekenland!
In november 2012 nam de geldhoeveelheid in de Eurozone met 3,8% toe vergeleken met november 2011. Wat betekent dat? We zullen dit eerst analyseren vanuit de sterke, wetenschappelijke kant en daarna vanuit de zwakke, beleidsmatige kant van de monetaire statistiek van de ECB.
Sterk: de ‘flow-of funds’ methodiek. De geldgroeistatistiek van de ECB heeft het grote voordeel dat het niet enkel om de geldhoeveelheid draait maar ook om andere monetaire aggregaten zoals kredietverlening. Dit maakt het, omdat kredietverlening door geldscheppende banken tot geldgroei leidt, mogelijk om te kijken waar de geldgroei door veroorzaakt wordt. Dit is economisch van meer belang dan het achterhaalde monetaristische idee dat het de geldhoeveelheid als zodanig is die vooral van belang is, zie ook Charles Goodhart hierover. Wat leren de cijfers van november ons? Omdat de maandcijfers nogal wispelturig kunnen zijn kijken we naar het driemaandse totaal, september – november.
A. De ‘M-3’ geldhoeveelheid nam in deze periode met 75 miljard toe. Daarbij is een verschuiving richting makkelijk opneembaar geld waarneembaar.
B. De geldgroei werd positief beïnvloed doordat de overheid meer leende (+56 miljard) maar negatief omdat de overheid meer op de overheidsbankrekeningen zette (die niet bij de geldhoeveelheid worden gerekend, -17 miljard).
C. De geldgroei werd negatief beïnvloed doordat de private sector netto leningen afloste (-64 miljard, alleen hypothecaire leningen lieten nog een bescheiden groei van minder dan de inflatie zien, aangezien dit ook voor nieuwbouw is betekent dit echter ook in die sector een deflatoire druk op de prijs van bestaande woningen).
D. De geldgroei werd positief beïnvloed doordat de private sector geld van spaarrekeningen naar betaalrekeningen sluisde (+23 miljard), ook hier eigenlijk een verschuiving richting ‘makkelijk opneembaar’.
E. Wat een forse groei veroorzaakte was een toename van de post ‘net external assets’, u moet dit zien als een soort kredietverstrekking in (nieuwe) Euro’s aan ‘buitenlanders’ (82 miljard). Ik kan dit niet helemaal duiden op dit moment.
Zijn we er nu? +56-17-64+23+82 = +80. Dat is natuurlijk 5 miljard meer dan de geldgroei, maar dat zit dan weer in een post ‘overige’, die onder andere herwaarderingen bevat.
Samenvattend:
* de private sector (huishoudens en bedrijven) neemt spaargeld op, lost leningen af en verschuift geld richting ‘makkelijk opneembaar’. Duidelijk het beeld van een ‘balance sheet recession’ en onzekerheid!
* De overheid leent bij banken en zet dit ten dele op betaalrekeningen. Maar zoals we weten bezuinigen de overheden netto, de totale hoeveelheid geleend geld (dus inclusief het lenen van ‘bestaand’ geld) neemt momenteel af. Hiermee rekening houdend geeft ook dit het idee van een ‘balance sheet recession’.
* Het is vooral het buitenland dat momenteel in de Eurozone de geldgroei overeind houdt. Maar of dit de bestedingen ook positief beïnvloedt, ik weet het niet.
Zwak: de concentratie op de Eurozone als geheel. Het bovenstaande gaat er vanuit dat het zinnig is naar de Eurozone als geheel te kijken. De ECB filosofie was zelfs, totdat Trichet vertrok, dat dat het enige was wat werkelijk telde. Foutje… en bedankt namens miljoenen werklozen. Tegenwoordig is duidelijk is het juist niet de totale geldgroei en de daarachterliggende totale kredietgroei was die problemen veroorzaakte, maar de nationale geldgroei en dan de groei van het nationale hypothecaire krediet. Zie de grafiek 1 voor de extreme verschillen in geldgroei die zich de laatste jaren hebben voorgedaan en grafiek 2 voor de hypothecaire geldverstrekking (let op: nationale rekeningen gegevens voor Nederland, dus inclusief niet-geldscheppende kredieten; enkel geldscheppende kredieten exclusief securitisatie voor de andere landen). Let er ook op dat de maximale geldgroei tijdens het Eurotijdperk zelfs hoger was dan die in het Eurogebied toen Oost- en West Duitsland verenigd werden. En de laatste gegevens over Duitsland geven een hoge groei aan. Alvorens hier alarm over te slaan is echter eerst een analyse van de oorzaken hiervan gewenst. Maar dat moet dan wel gebeuren, benieuwd wanneer de ECB daarmee komt.
Grafiek 1. Geldgroei in het Eurogebied en verschillende Eurolanden, 1981 – 2012.
Grafiek 2. Enige gegevens over de uit de hand gelopen kredietgroei die de geldgroei mede veroorzaakte
dec 31, 2012
Posted by MerijnKnibbe on dec 31, 2012 | 0 comments
Waarom is Jens Weidmann, baas van de Bundesbank, zo verschrikkelijk kwaad op Mario Draghi, baas van de ECB? Simpel. Draghi heeft gelijk. En Weidmann niet.
Volgens deze speech van Jens Weidmann zijn centrale bankiers geobsedeerd door overheidstekorten, omdat deze het risico op monetaire financiering met zich meebrengen (de geldpers) wat tot inflatie kan leiden. En onze problemen komen deels inderdaad doordat de geldpers is was aangezet. Deze financierde echter niet de overheid – maar de woningmarkt. Wat nog geen probleem zou zijn wanneer daar geen speculatieve prijsstijgingen mogelijk waren (bijvoorbeeld door een systeem van erfpacht). Maar dat was dus juist wel het geval. En dat leverde dus ‘financiële instabiliteit op’ – een heel wat groter probleem dan een beetje extra inflatie. Wat is er allemaal gebeurd?
1. De monetaire financiering van alleen de woningmarkt al in landen als Ierland en Nederland bedroeg tegen de 100% van het BBP… En bedenk dat de daarmee verbonden schulden in directe zin en in eerste instantie enkel bij de woningbezitters lagen. Hoewel deze dat in Ierland nu via de overheid en met actieve steun van de ECB deels hebben afgewenteld op de belastingbetalende huurders (in Nederland is dat natuurlijk ondenkbaar…). Totale bedrag: o,8 biljoen Euro.
Over de grafieken: de geldscheppende banken (MFI’s) mogen van ons geld scheppen op onderpand van onze schulden, ten dele hebben ze deze schuldbekentenissen doorgesluisd naar Special Purpose Vehicles, een speciaal soort banken die onder een ander soort reguleringsregime vallen. Daarnaast verstrekken bijvoorbeeld pensioenfondsen ook hypotheken, maar die moeten daar eerst spaargeld voor aantrekken en die pensioenverstrekking gaat dus niet gepaard met geldschepping. Inderdaad: oneerlijke concurrentie.
2. Toen de klap kwam kwamen de huishoudens in de problemen en dus de banken en dus de overheid, die in Ierland niet de huishoudens maar de banken overeind probeerde te houden, dit met zeer actieve steun van de ECB: schulden zijn de grootste rigiditeit in onze economie.
Weidmann ziet kennelijk nog steeds niet dat hele gebeuren in het huidige historische tijdvak een (veel) groter risico was dan monetaire financiering van de overheid. Maar er was een profeet die dit wel zag. In 2004 al (!) gaf Mario Draghi een aardige beschrijving van wat later in Ierland zou gebeuren. En wat ten dele al in Nederland gebeurd is en nog aan het gebeuren is.
Discussions of the role of derivatives and their risks, as well as discussions of financial risks in general, often fail to distinguish between risks that are taken consciously and ones that are not. To understand the breeding conditions for financial crises, the prime source of concern is not risk per se, but the unintended, or unanticipated accumulation of risks by individuals, institutions or governments including the concealing of risks from stakeholders and overseers of those entities. This report … analyses specific situations in which significant unanticipated and unintended financial risks can accumulate. The focus is, in particular, on the implicit guarantees that governments extend to banks and other financial institutions, and which may result in the accumulation, often unrecognised from the viewpoint of the government, of unanticipated risks in the balance sheet of the public sector. Using the structural analogy between guarantees and options, the report shows that a government’s exposure to risk arising from a guarantee is non-linear. For instance, in the case of a government which guarantees the liabilities of the banking system, the additional liability transferred onto the government’s balance sheet by a 10% shock to the capital of firms is larger the lower that capital is to start with. Recognising this non-linearity in the transmission of risk exposures is essential to the reduction of the accumulation of unanticipated risks on the government’s balance sheet. Analyses of recent international financial crises recognise that the implicit guarantees governments extend to banks and corporations create the potential to greatly weaken their balance sheets.
Instabiliteit als kenmerk van ons systeem. Weidmann wil het niet weten en is dus boos.
De oplossing zal deels moeten bestaan uit de flexibilisering van schuld. Bijvoorbeeld door steun niet meer direct aan banken te geven maar geoormerkt aan huishoudens die daarmee hun schuld deels kunnen aflossen. Dan komt er een einde aan de situatie waarin de Europese banken wel afboeken op hun hypotheken maar dit niet doorgeven aan de schuldenaren.
dec 30, 2012
Posted by MerijnKnibbe on dec 30, 2012 | 0 comments
Naar aanleiding van een tweet waarin bezorgdheid over de stijgende geldgroei in de Eurozone (3,9%, overigens nog onder de doelstelling van 4,5%) wordt uitgesproken: geld komt ergens vandaan. En het kan van twee kanten komen. Het groene deel van de onderstaande tabel (de samengevoegde balans van de geldscheppende banken in de Eurozone) wordt geacht ´betaalmiddel´ te zijn (en daar is goed over nagedacht). Het zijn munten, bankbiljetten en girale tegoeden maar o.a. ook spaartegoeden die niet direct maar wel binnen korte tijd en of tegen beperkte kosten opvraagbaar zijn. Het groene gedeelte kan op twee manieren toenemen.
Manier A. Huishoudens of bedrijven lenen geld van de banken en wij hebben de banken het recht gegeven om dat geld, op basis van uw schuldbekentenis, uit het ´niets´ te creëren. Of dus eigenlijk niet uit het niets, maar op basis van dat door de overheid verstrekte recht en uw schuld. Het bijzondere daaraan is niet dat er geld geschapen wordt maar wel dat dit de staatsmunt, i.e. de Euro, betreft. Een zeer, zeer bijzonder recht en een groot (en profijtelijk) privilege!
Manier B. Huishoudens of bedrijven nemen geld op van langer vaststaande rekeningen, zoals bijvoorbeeld de tegenrekening van een spaarhypotheek. Langer vaststaande rekeningen worden niet tot de geldhoeveelheid gerekend, omdat er niet snel mee betaald kan worden. Als u dat geld ´los´ maakt, dan weer wel. Maar dat kost u tijd of geld.
Normaal was Manier A de belangrijkste. Zie de post ´leningen van huishoudens´(ja, hoofdzakelijk hypotheken). Tegenwoordig is manier B ook belangrijk. En dat heeft economisch een heel ander effect, we hoeven momenteel niet bang te zijn voor door geldgroei veroorzaakte woningprijszeepbellen. Een belangrijke oorzaak van de huidige geldgroei is trouwens dat overheden het geld dat ze tegoed hadden bij de banken (post 2) fors verminderd hebben. Let op: dit zijn allemaal netto achteraf resultaten. Het kan heel goed zo zijn dat het geld dat de overheden opgenomen en ergens voor betaald hebben ten dele gebruikt is voor lange termijn besparingen van huishoudens terwijl bedrijven hun lange termijn tegoeden extra hebben verlaagd.
Lang verhaal kort: er is momenteel geen sprake van op hol geslagen kredietverschaffing en al zeker niet op de huizenmarkt, de consumentenkredieten en bedrijfsleningen dalen zelfs. In combinatie met bezuinigende overheden is dat een recept voor economische krimp. De P.M. post betreft herwaarderingen en bijvoorbeeld ook afgeschreven en opgedoekte of kwijtgescholden leningen.