search
top

Het pamflettisme van Sitalsing

De crisis wordt door velen gebruikt als retorische springplank om beleid te bepleiten dat ze altijd al bepleiten. Casu quo: een column van Sheila Sitalsing in de Volkskrant waar je Keynesiaanse nekharen van overeind gaan staan.

Sitalsing betoogt dat groei geen keuze is maar ‘een kwestie van langdurige pijnlijke hervormingen’. Als goedgeschoold econome weet Sitalsing natuurlijk dat alleen ‘pijnlijke hervormingen’ op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt zorgen voor groei. Wat die hervormingen precies inhouden blijft karakteristiek ongespecificeerd, maar men kan wel raden dat hier op ontslagrechtversoepeling wordt gedoeld. Sitalsing vindt het gunstige effect van ontslagrechtversoepeling zo vanzelfsprekend dat ze hier geen enkel bewijs voor hoeft aan te leveren. Niet zo gek misschien, want dat bewijs bestaat –buiten theoretische modellen- namelijk niet. Empirische studies wijzen uit dat er geen statistisch significant effect is op de werkgelegenheid en dat ontslagrechtversoepeling de productiviteit zelfs schaadt!

Je moet wel gek zijn om te geloven dat bezuinigen niet samen kan gaan met groei vindt Sitalsing. “Je zou haast denken dat sommige partijen ons zullen willen wijsmaken dat streven naar een lager begrotingstekort onmogelijk samen kan met groei.” Wat een dwazen. Want is niet de grote les van de eurocrisis dat bezuinigingen prima samengaan met groei?

Je gaat je haast afvragen onder welke steen Sitalsing de afgelopen drie jaar heeft geleefd. Terwijl zo’n beetje elk Zuid-Europees land onder invloed van draconische bezuinigingen in een recessie als niet erger belandt, beweert Sitalsing nog steeds dat bezuinigingen en groei prima samengaan. Een bewering die zelfs door de notoire begrotingsslagers bij het IMF niet wordt onderschreven.

Sitalsing ridiculiseert ‘het geloof in de magische krachten van de staat om groei en banen te genereren.’ Een geloof in magie is hier niet voor nodig. Het is tamelijk oncontroversieel dat een begrotingstekort een stimulerend effect heeft op de economie. Een begrotingstekort impliceert dat de private sector meer inkomen krijgt en als dit inkomen niet volledig wordt gespaard, maar wordt besteed aan goederen en diensten neemt de groei toe. Het begrotingstekort kan zich natuurlijk ook vertalen in hogere prijzen in plaats van hogere output, maar het risico hierop is gering zolang de economie nog ver is van maximale werkgelegenheid.

Natuurlijk lekt een deel van het begrotingstekort weg uit onze ‘kleine, open economie’, maar dat doet niets af aan het groeiverhogende karakter van een begrotingstekort. Het betekent alleen dat het stimulerende effect ook bij een ander land terecht komt. Aangezien Nederland –en Duitsland- nog steeds het grootste deel van hun handel doen met andere Europese landen helpt dit voornamelijk de groei binnen Europa. Als dit als problematisch wordt ervaren dan zijn we overduidelijk nog niet rijp voor een muntunie. Het is juist goed voor de handelsverhoudingen binnen Europa als er meer euro’s terugvloeien naar Zuid-Europa. Op die manier geven we ze de kans om hun steentje bij te dragen door meer naar ons te exporteren.

Grootduitslandgriekenland (1)

Toen Keynes nog leefde

Uit de begrotingsnota van het kabinet Cals (ARP, KVP en PvdA) voor het jaar 1965-1966.

“Regeringen beschouwen  depressies niet langer als onvermijdelijk, maar weten deze door actief ingrijpen te voorkomen of af te zwakken. Hoogconjunctuur is daardoor het normale beeld en onderbezetting van het produktieapparaat is tot de uitzonderingen gaan behoren. Het economische beleid kon meer op de groei worden gericht. Daarbij wordt er naar gestreefd een peil van nationale besparingen te verwezenlijken, dat voldoende is om hoge investeringen te financieren.”

De tijden zijn overduidelijk veranderd als zelfs linkse partijen Nederland vol trots in een recessie storten en dat eufemistisch ‘verantwoordelijkheid nemen’ noemen.

Depressie is een keuze

Het is diep deprimerend om de media aan te horen. Het gaat bijna uitsluitend over de ernst van de 3%-norm en het belang van bezuinigingen. Het verdrag van Maastricht wordt praktisch unaniem beschouwd als het heilige woord, ons klaarblijkelijk gegeven door onfeilbare profeten uit het verleden. Dat ooit volkomen arbitrair is besloten dat 3% de norm is doet er weinig toe voor de echte gelovigen. “Houd je aan normen, ook als je ze niet rationeel kunt funderen,” schrijft evangelist Lex Hoogduin in zijn laatste blog.

Het zou komisch zijn als het niet zo tragisch was. De werkloosheid loopt op naar astronomische niveaus, het aantal orders daalt; zelfmoord stijgt; leegstand stijgt; emigratie stijgt  – kies uw indicator en het ziet er slecht uit voor de Eurozone.

Europa moet deze pijn ondergaan is echter de consensus. Mooier kunnen we het niet maken (en makkelijker trouwens ook niet). Er is geen alternatief.

Omdat de echte gelovigen zo zeker van zichzelf zijn pleiten ze zelfs voor een zakenkabinet. De democratie moet maar tijdelijk opgeschort worden, want ware het niet voor het stomme volk — dat vreemd genoeg moeite heeft met werkloosheid — dan zouden de technocraten dit klusje allang hebben geklaard.

Niemand vraagt zich ondertussen af waarom Japan, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk et al. niet door de markten worden afgestraft om hun fiscale losbandigheid. Op zijn best wordt de bliksemafleider theorie geponeerd: de markten zijn afgeleid door de situatie in de Eurozone, waardoor andere landen het goed doen. Op zijn slechtst wordt het gegeven geheel verzwegen.

Landen met hun eigen munteenheid kunnen nooit het volgende Griekenland worden, omdat obligatiemarkten weten dat ze nooit failliet kunnen gaan. Ze  kunnen aan elke verplichting in hun eigen munteenheid voldoen. De EMU bestaat echter uit een centrale bank met een paar landen eronder. Alleen de ECB heeft controle over de munteenheid.

Dat we bij het ingaan van de EMU hebben besloten ons vrijwillig over te leveren aan de grillen van de kapitaalmarkten wordt niet begrepen of erkend.  Onze overheden worden daardoor gedwongen te bezuinigen, terwijl in feite een hoger begrotingstekort nodig is. Zo gauw de ECB de cheque uitschrijft stabiliseren de obligatiemarkten, maar zonder voldoende pijn weigeren de centraal bankiers de crisis te stoppen.

De kantoren staan er nog, de mensen zijn er nog, de machines zijn aanwezig – wat is er zo noodzakelijk aan deze depressie? Geef mensen genoeg koopkracht om te kopen wat we kunnen produceren en de werkgelegenheid trekt weer aan. Depressie is altijd een keuze.

DE LAAN UIT MET HET ONTSLAGRECHT

Bezuinigen zonder te hervormen is desastreus vinden oppositiepartijen als D66. Het begrotingstekort moet terug worden gebracht, maar door daarbij ook te hervormen zullen de effecten van de bezuinigingen beperkt worden en de economische groei gestimuleerd worden. Het woordenboek definieert hervormen als ‘grote verandering om te verbeteren.’ Flexibilisering van het ontslagrecht is één van die verbeterende veranderingen die de economie moet gaan aanjagen. Curieus genoeg is er echter weinig bewijs voor veel van de beweringen over een soepeler ontslagrecht. Bovendien is de Nederlandse arbeidsmarkt helemaal niet zo star als vaak beweerd wordt.

 

Lees hier verder….

Twee oplossingen voor de paniekerige staatsobligatiemarkten

Mosler Bonds
Eurolanden geven obligaties uit met een clausule waarin staat dat bij wanbetaling de obligaties kunnen worden gebruikt om belastingen mee te betalen in het betreffende land. Hierdoor behouden de obligaties een groot deel van hun waarde. Buitenlandse beleggers kunnen de obligaties bij wanbetaling voor een kleine korting verkopen aan ingezetenen die belastingen moeten betalen. Op deze manier wordt het neerwaartse risico van een staatsbankroet beperkt, waardoor beleggers zich minder zorgen hoeven te maken en de markt meer liquide wordt.

ECB herkapitalisatie
De ECB verdeelt €500 miljard op een per capita basis onder Europese overheden. De euro’s worden bijgeschreven op de rekening van Europese overheden. Overheden krijgen zo een buffer om toekomstige verplichtingen mee te voldoen, waardoor het risico van een staatsbankroet wordt weggenomen.

Deze actie is op zichzelf niet inflatoir. Het hogere banksaldo van de overheid is puur en alleen een boekhoudkundige grootheid. Het wordt pas inflatoir als de overheid het geld uitgeeft. Zolang overheden echter gecommitteerd zijn aan een draconisch bezuinigingsprogramma is er chter geen enkel risico op inflatie. Zelfs als de per capita distributie zorgt voor een minder stringent bezuinigingsbeleid – er is op dit moment genoeg werkloosheid in de Eurozone om de vraag mee op te vangen.

Page 3 of 1812345...10...Last »
top